In Bagdad worden geregeld aanslagen gepleegd met autobommen

'In Bagdad horen aanslagen bij het dagelijkse leven'

In Irak lijkt de opmars van Islamitische Staat enigszins tot staan gebracht. De vrees dat de jihadisten de hoofdstad Bagdad zouden innemen is niet waarheid geworden. Maar het leven in de stad is nog lang niet veilig. Bomaanslagen zijn aan de orde van de dag en IS is maar op enkele tientallen kilometers afstand.

'In Bagdad horen aanslagen bij het dagelijkse leven'

"Wekelijks zijn er aanslagen. Dat is gewoon een onderdeel van het leven geworden hier in Bagdad. Noem het maar de cultuur van de stad", zegt Ali Aziz. De Irakees woonde jarenlang in Nederland, maar ging twee jaar geleden terug om zijn geboorteland weer op te bouwen.

Rustig leven

Aziz leidt Nieuwsuur rond door zijn stad, waar het leven ondanks alles gewoon doorgaat. Het grootste deel van de 7 miljoen inwoners bestaat uit burgers. Burgers die niets te maken willen hebben met het politieke en militaire spel dat over hun hoofden wordt uitgevochten.

"Ik wil gewoon een rustig leven, en dat wens ik alle leeftijdgenoten en mannen toe", zegt een jonge man. "Ik hoop dat iedereen 's nachts veilig op straat kan lopen. Dit is een moeilijke tijd, maar dat gaat wel weer voorbij."

Een soldaat houdt de wacht in Bagdad

Stad onder beleg

Het is goed te zien dat Bagdad een stad onder beleg is. Soldaten en militieleden domineren het straatbeeld. Overal in de stad zijn controleposten. Bijna iedere inwoner heeft van dichtbij weleens een aanslag meegemaakt. Ook Aziz, hij laat verslaggever Jan Eikelboom de plek zien waar het gebeurde.

Het is een drukke straat met veel verkeer. "Op vijfhonderd meter afstand van waar ik stond, blies een man zichzelf op. Er waren negen doden en 25 gewonden. Echt een zware klap." De dader van de aanslag was een Nederlander. "Dat vind ik niet normaal. Die mensen zijn geestelijk ziek", zegt Aziz.

De aanslagen laten hun sporen na in de stad. Winkels en huizen zijn beschadigd. Maar mensen gaan na een aanslag weer gewoon door met hun leven, zegt Aziz. "Soms is een half uur later alles al opgeruimd. Dan lopen er weer mensen op de plek waar net een bom is ontploft. Ze zijn er gewoon gewend aan geraakt."

Nederlandse Irakees Ali Aziz in gesprek met Jan Eikelboom

Soennieten en sjiieten

De oorlog wordt vaak afgeschilderd als een strijd tussen soennieten en sjiieten. Maar in de wijk van Aziz is niets te merken van spanningen tussen die twee groepen. Ze gaan gewoon op vriendelijke wijze met elkaar om. Voor IS hebben de buren van Aziz geen goed woord over. "Het zijn criminelen en ze vermoorden alles wat ze tegenkomen", zegt een man.

In vluchtelingenkampen in Bagdad klinkt datzelfde geluid. Een sjiitische man moest vluchten voor IS en werd al eerder slachtoffer van Al Qaida. Toch neemt hij de soennieten niets kwalijk. "Zij hebben me geen kwaad gedaan. Ik ben een slachtoffer van IS, de vijand van Allah en de islam."

Van bevrijders naar vijanden

Ook steeds meer soennieten keren zich tegen IS. Aziz en Eikelboom spreken met een groepje jonge mannen dat gevlucht is voor de terreurgroep. Aanvankelijk waren ze blij toen de strijders van IS in hun dorp kwamen. Ze werden als bevrijders ontvangen. Maar inmiddels is dat wel anders.

"Het zijn vijanden. Ze hebben ons bezet, onze huizen afgepakt, ons verdreven en de scholen verwoest. Het grootste deel van de inwoners is gevlucht", vertelt een van de mannen. De algemene conclusie: in Irak is iedereen slachtoffer: soennieten en sjiieten, jong en oud.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl