Het kabinet Kok-II heeft een cruciale fout gemaakt door de exploitatie van de hogesnelheidslijn, de HSL-Zuid, openbaar aan te besteden.
De NS vreesde dat de lijn in handen zou vallen van een buitenlands spoorwegbedrijf en deed daarom zo'n hoog bod dat er geen geld overbleef om een kwalitatief goede hogesnelheidstrein te kopen. Dat dreef de NS in handen van AnsaldoBreda, de bouwer van de Fyra.
Dat staat in het boek De Ontsporing, dat Marcel van Silfhout en Andries van den Berg schreven over de aanbesteding van de HSL-Zuid en het mislukken van het Fyra-project.
Deze week zijn de eerste verhoren achter gesloten deuren begonnen van de parlementaire enquêtecommissie. Die doet onderzoek naar de aanbesteding van de HSL-Zuid en de aanschaf van de Fyra.
Machtsstrijd
Op basis van tal van vertrouwelijke gesprekken en geheime documenten concluderen de auteurs dat er binnen het kabinet Kok-II (1998-2002) een machtsstrijd woedde over de vraag of de HSL-Zuid wel of niet moest worden aanbesteed. De VVD-ministers en D66-minister Brinkhorst waren daar voor. Zij gingen ervan uit dat dat veel meer geld zou opleveren dan het onderhands gunnen van de HSL aan NS. Het geld was nodig om de investering van 7,3 miljard in de hogesnelheidslijn deels terug te verdienen.
Verkeersminister Netelenbos en een aantal van haar PvdA-collega’s wilden de lijn aan NS gunnen, maar Netelenbos verloor die strijd. "Premier Kok hakt de knoop door. Hij zei 'we gaan het gewoon openbaar aanbesteden want dat is de manier om het meeste geld uit de markt te halen'. Hij was het gezeur helemaal beu", zegt Andries van den Berg in Nieuwsuur.
Leugentje
De ministers Netelenbos en haar voorganger Jorritsma van Verkeer en Waterstaat hebben de Tweede Kamer daarna ten onrechte voorgehouden dat Europees aanbesteden verplicht was, concluderen de auteurs.
In vertrouwelijke correspondentie gericht aan de topambtenaren van de betrokken ministeries, schrijft de projectleider van de HSL: “Er zijn geen geldende Europese richtlijnen of verordeningen die verplichten tot openbare aanbesteding van het vervoer per spoor."
Oud-minister Ben Bot, destijds ambassadeur in Brussel, kwam ook met een duidelijke boodschap. Aanbesteden mag, maar hoeft niet. Hij baseert zich onder andere op een gesprek met de Europese Commissaris voor mededinging Karel van Miert. Bot bevestigt dit tegenover Nieuwsuur.
Ook hoogleraar Europees bestuursrecht Elies Steyger stelt in Nieuwsuur: “Er was geen verplichting een zodanige concessie openbaar aan te besteden”.
"De openbare aanbesteding is een cruciaal besluit geweest voor het vervolg van dit dossier. Want daardoor werd de prijs voor het recht om op deze lijn te rijden enorm opgedreven. De NS bood uiteindelijk 178 miljoen euro per jaar. Dat was onrealistisch hoog en nooit terug te verdienen door NS", zegt Andries van den Berg.
Voor de aanschaf van de supersnelle trein sprak NS met diverse fabrikanten. Zowel Duitse als Franse bouwers waren niet geïnteresseerd. Van den Berg: "Het ging om een kleine order en er moest ook een nieuw veiligheidssysteem worden ingebouwd, wat heel risicovol is. Dus het was voor de Fransen en Duitsers niet interessant. De enige die overbleef was AnsaldoBreda."
Van alles mis
Uit het boek blijkt ook dat NS tijdens de bouw van de trein al op de hoogte was van problemen. In 2006 en in 2009 brengt een NS-delegatie een bezoek aan de fabriek in Italië. De NS-top wordt gewaarschuwd: “hier komt nooit een goede trein vandaan."
Er blijkt van alles mis te zijn bij de productie van de Fyra. "De processen waren niet op orde. Er liepen verschillende teams in de fabrieken rond die op een verschillende manier treinen bouwden. Overal lagen onderdelen van verschillende treinen door elkaar, stelt Andries van den Berg in De Ontsporing.
Maar door het bijzondere contract dat NS met AnsaldoBreda had, mocht NS zich tussentijds niet met de bouw van de trein bemoeien. Pas bij aflevering van de Fyra in Nederland kon men ingrijpen. De Fyra bleek toen zoveel mankementen te hebben dat de trein binnen een paar weken van het spoor werd gehaald.