Reactie op kritiek: Karskens misleidt bewust

Journalist Arnold Karskens schreef vrijdag 28 november een stuk waarin hij berichtgeving van Nieuwsuur in Koerdistan bekritiseert. Het stuk bevat een flink aantal onjuistheden en klopt dan ook niet. Verslaggever Jan Eikelboom reageert.

In zijn artikel 'Nieuwsuur-onthulling Koerdische oorlogsmisdaden niet gestaafd door feiten', slaat Arnold Karskens de plank mis in een betoog dat zelf niet door feiten wordt gestaafd. In plaats van op onderzoek uit te gaan, bijvoorbeeld naar de verwoeste Arabische dorpen die in de Nieuwsuur-reportage werden getoond, citeert hij alleen een aantal Koerdische woordvoerders die, niet vreemd, zeggen dat ze geen oorlogsmisdaden plegen.

Wie zou dat wel toegeven, vraag je je af. Hij verifieert hun woorden niet, maar presenteert ze wel als 'bewijs' dat de onthullingen van Nieuwsuur niet kloppen. Bovendien laat hij informatie weg, die niet in zijn straatje past, maar waarover hij wel beschikt. Daarmee maakt hij zich schuldig aan bewuste misleiding.

Anders dan Karskens beweert, heeft Nieuwsuur de vermeende oorlogsmisdaden nooit als 'feiten' gepresenteerd, maar als 'aanwijzingen' die onderzocht zouden moeten worden.

Het ging daarbij om twee kwesties, die als oorlogsmisdaad zouden kunnen gelden. Ten eerste de verwoesting van Arabische dorpen door de Peshmerga. Daarvan hebben we in de reportage zowel beelden, als getuigenissen getoond. Ook andere bronnen bevestigen dit verhaal. Amnesty-onderzoekster Donatella Rovera ging na onze reportage kijken in het stadje Barzanke en kwam met hetzelfde verhaal terug als wij.

Ook andere bronnen bevestigen dat Peshmerga uit wraak Arabische dorpen verwoesten, zoals de Zwitserse kwaliteitskrant Neue Zurcher Zeitung en het Koerdische (!) persbureau Rudaw. Ik heb Arnold Karskens hierop gewezen, maar in zijn artikel geen woord hierover. Noch over de verwoesting van de dorpen, noch over de andere bronnen die dit melden.

De tweede kwestie in de Nieuwsuur-reportage, die de meeste aandacht heeft gekregen, was de uitspraak van de Koerdische strijder Serdar Dosky dat hij geen krijgsgevangenen maakt, maar ze doodschiet. Dit is in de reportage gepresenteerd voor wat het is, namelijk als een 'uitspraak van de commandant van een vrijwilligerseenheid'. Dus niet als 'feit', zoals Karskens beweert, een cruciaal verschil.

In de uitzending is meteen gemeld dat Dosky achteraf beweert dat hij 'een grap' had gemaakt. Ook hebben we de dag daarop de Koerdische EU-vertegenwoordiger de ruimte geboden om de aantijgingen tegen te spreken. Van eenzijdige journalistiek, laat staan van een 'aanklacht' was dus in het geheel geen sprake. Integendeel, we hebben op alle mogelijke manieren hoor- en wederhoor geboden. De opmerkingen van de commandanten die Karskens nu opvoert, voegen dan ook in geheel niets toe aan onze berichtgeving. Het is allemaal al in Nieuwsuur gezegd.

Opvallend is overigens dat Karskens Dosky omschrijft als een fantast, maar hem tegelijkertijd opvoert als serieus te nemen bron. Dat maakt het verhaal er niet sterker op. Of zijn uitspraak over het doden van krijgsgevangenen 'een grap' was, valt moeilijk te bewijzen. Dat hij niet aan de frontlinie gelegerd was, is pertinent onwaar. Zijn basis was een geconfiskeerde Arabische villa op nog geen 500 meter van het front. We hebben dat met eigen ogen gezien en in ook in de reportage getoond. als Karskens de moeite had genomen zelf poolshoogte te nemen, had hij dat kunnen weten.

Karskens schrijft dat ons verhaal slechts op één bron is gebaseerd, de woorden van de fantast Dosky. Hij weet echter dat er meerdere bronnen zijn die de Nieuwsuur-reportage ondersteunen, maar verzwijgt dit voor zijn lezers. Ik heb hem gewezen op een artikel van Vice waarin een Koerdische strijder zegt: 'we doden ze zo gauw als de camera's weg zijn' en op een uitspraak die een andere Koerdische strijder tegen mij persoonlijk heeft gedaan: 'we doden ze allemaal'. Maar dat meldt Karskens niet.

Opvallend genoeg citeert hij wel een artikel uit Vrij Nederland waarin over de krijgsgevangenen wordt gezegd: 'ze worden verhoord en dan allemaal vernietigd'. Met dit citaat haalt Karskens dus ook zelf de kern van zijn betoog onderuit. Er zijn wel degelijk meerdere bronnen.

Tot slot van zijn betoog citeert Karskens een onderzoekster van Human Rights Watch (HRW) die hierover zegt: 'sorry we don't have information on this particular matter.' Dat klopt, HRW heeft het specifieke geval Dosky niet onderzocht. Maar wel tegen ons gezegd dat zijn uitspraken passen in het beeld dat zij hebben van deze oorlog.

Dat was voor ons reden te meer om de uitspraken van Dosky te publiceren, met alle voorbehouden en met het hoor- en wederhoor die daarbij horen. Het verbaast me dat Karskens, die toch een hele reputatie hoog te houden heeft, dit niet ziet. Dit is gewoon journalistiek, zo ingewikkeld is het niet.

Jan Eikelboom

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl