"Het komt er nu op aan." Dat is de naam van het rapport dat de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) dit voorjaar over zichzelf lieten opstellen. Samen zamelen ze geld in met Giro 555, bijvoorbeeld voor de strijd tegen ebola, maar ondertussen zijn ze ook elkaars concurrenten en gunnen ze elkaar heel weinig, zo schrijft hun eigen onderzoekscommissie.
De commissie schrijft ook dat transparantie van levensbelang is. Toch hield de SHO het kritische rapport, dat begin februari uitkwam, uit de publiciteit. De Correspondent wist er de hand op te leggen.
Kritiek op verdeelsleutel
Een van de punten die het rapport aankaart is de verdeelsleutel, de wiskundige formule die de SHO gebruikt om de middelen van een actie te verdelen. Bij elke ramp, onafhankelijk van de aard, wordt dezelfde verdeling toegepast: de grootste organisaties krijgen ook het grootste deel van het geld. Dat is transparant en levert weinig discussie op, zegt de commissie.
Maar toch is het "geen houdbare werkwijze". "Het is niet goed uit te leggen aan de buitenwereld dat het geld wordt verdeeld op basis van kenmerken van de deelnemende organisaties en niet op basis van de aard en context van de ramp", staat in het rapport. Ook werkervaring en specialismen van organisaties worden nu buiten beschouwing gelaten.
Hulp aan Syrië
Nieuwsuur maakte in april 2013 een reportage over dit onderwerp. Met een televisie-actie was geld opgehaald voor de slachtoffers in Syrië. Het bedrag moest worden verdeeld over tien Nederlandse hulporganisaties, waarvan sommige niet of nauwelijks in Syrië actief waren.
Zo kreeg bijvoorbeeld een organisatie als CARE Nederland veel meer geld dan Stichting Vluchteling, terwijl die laatste organisatie een kwart van het hele budget in Syrië stak en CARE eigenlijk niets deed in het land.
Een maand eerder heeft verslaggever Jan Eikelboom gekeken in een Syrisch vluchtelingenkamp aan de Turkse grens, waar slechts één van de tien hulporganisaties actief is. Volgens Syriërs, in Syrië en in Nederland, komt de hulp van de organisaties niet altijd goed terecht.
"Het regime van president Assad profiteert meer van de hulp dan de gebieden waar de vluchtelingen en opstandelingen zitten. Daar is de situatie op humanitair gebied stukken beter", zei een lid van het Syrische Comité in Nieuwsuur.
Wederzijdse gunfactor
Een ander probleem dat de commissie aan de kaak stelt, is de samenwerking tussen de hulporganisaties. De "wederzijdse gunfactor" is nu te beperkt. "Onderling zouden organisaties meer waardering moeten hebben voor elkaars kwaliteiten en meer vertrouwen in de vermogens van de collega's", staat in het rapport.
Ook Femke Halsema had juni vorig jaar kritiek op het gebrek aan echte samenwerking. De organisaties stellen volgens haar hun eigenbelang voorop in plaats van de hulp aan vluchtelingen, en richten zich vaak op te zichtbare hulp, die makkelijk te fotograferen is en zo verleidelijker voor de donateur.
De voormalige politica maakte een reis langs vluchtelingenkampen in Syrië, Jordanië, Libanon, Irak en Turkije. Ze constateerde daarna dat humanitaire organisaties elkaar beconcurreren, en dat dat niet leidde tot verbetering van de kwaliteit van de geboden hulp.
We hebben nooit de wens of de illusie gehad dit rapport geheim te houden.
Geen geheim
Op de vraag van Nieuwsuur hoe het geld dat de SHO binnenkrijgt nu wordt verdeeld onder de hulporganisaties, kan de SHO geen antwoord geven. Ze verwijzen naar de schriftelijke reactie die op hun website staat.
Voorzitter René Grotenhuis zegt daarin blij te zijn met het rapport en dat er al vele veranderingen zijn doorgevoerd. "Het afgelopen jaar hebben we de inhoud van het rapport en de wijze waarop we de adviezen opvolgden besproken met vele relaties en partners, zowel met de hulporganisaties als het maatschappelijke veld."
De SHO heeft volgens Grotenhuis nooit "de wens of illusie" gehad het rapport geheim te houden. Onderaan zijn reactie is het rapport nu voor iedereen te downloaden. "We zullen ook de komende jaren onszelf steeds opnieuw weer kritisch laten adviseren door experts van buiten. SHO wil steeds opnieuw het gegeven vertrouwen waarmaken, ook in de komende 25 jaar", zegt Grotenhuis.