Voor het eerst is onder Nederlandse profvoetballers een onderzoek uitgevoerd naar homofobie. De spelersvakbond VVCS en de John Blankenstein Foundation ondervroegen 850 profs in de ere- en eerste divisie, de helft van de spelers werkte mee. Daaruit blijkt dat homoseksualiteit nog steeds een taboe is.
Enquête
Uit de enquête blijkt dat 70 procent van de profvoetballers er geen enkel probleem mee heeft als een directe collega uit de kast zou komen. Wel schetst 82 procent van de respondenten dat het in het huidige klimaat 'heel moeilijk' is om als homo in de openbaarheid te treden. De belangrijkste redenen die hiervoor worden aangevoerd zijn: het gedrag van de fans (57 procent), de machocultuur in het voetbal (49 procent) en aandacht van landelijke media (32 procent).
Kleedkamer
"Het probleem ligt dus niet in de kleedkamer", zegt Karin Blankenstein van de Blankenstein Foundation, genoemd naar voormalige scheidsrechter John Blankenstein. De foundation zet zich in voor homo-emancipatie in het voetbal. "De clubs zijn nu aan zet. Ze kunnen een voorbeeld nemen aan Engeland en Duitsland, waar veel meer gebeurt op dit gebied."
De Blankenstein Foundation wil het onderwerp bij profclubs zichtbaar en bespreekbaar maken. Het fonds organiseert voorlichtingsavonden voor jeugdspelers, maar ondervindt daarbij naar eigen zeggen veel weerstand.
Zwijgcultuur
Clubs zouden homoseksualiteit niet alleen bij de selectie bespreekbaar moeten maken, maar ook onder het personeel en de jeugdspelers. De foundation vindt dat het zichtbaar maken van homotolerantie meer is dan symboolpolitiek. Het zou de zwijgcultuur rond het onderwerp doorbreken. En dat is volgens betrokkenen hard nodig.
Het probleem ligt niet in de kleedkamer
KNVB
Twee jaar geleden lanceerde de KNVB het 'actieplan homo-acceptatie', met als slogan: voetbal is voor iedereen.
In het amateurvoetbal houdt de KNVB voorlichtingsbijeenkomsten. Ook KNVB-voorzitter Michael van Praag geeft bij amateurclubs voorlichting over het thema. Het onderwerp homo-acceptatie is sinds het actieplan onderdeel van het KNVB-handboek voor coaches, bestuurders en arbiters.
Clubs
Michael van Praag: "De clubs doen te weinig, alleen ADO en MVV pakken dit op. Als de weerstand bij supporters zit, ga dan in gesprek met ze. Het actieplan dat we al twee jaar in het amateurvoetbal uitvoeren, moet uit de kast, richting het profvoetbal."
Homo-fanclubs
In Duitsland is onder voormalig voorzitter Theo Zwanziger van de Duitse voetbalbond DFB actie gevoerd tegen homofobie en hebben veel clubs homo-fanclubs, die gezamenlijk wedstrijden bezoeken. In Nederland heeft alleen ADO Den Haag een groepje supporters dat voor hun geaardheid uitkomt, de zogenaamde Roze Reigers.
Anton Nijboer, verantwoordelijk voor 'ADO in de Maatschappij': "Voor ons is een veilig klimaat voor iedereen bij de club belangrijk. ADO is voor iedereen. De Roze Reigers zijn naar ons toegekomen. Natuurlijk zijn die ook welkom bij ons."
Maar in de praktijk leidt het toch nog tot dilemma's. Nijboer: "Het is balanceren. Prima natuurlijk als de Roze Reigers onder onze supporters op de tribune staan. Maar als ze met roze sjaals of regenboogvlaggen gaan zwaaien, krijg ik tegelijkertijd met andere supporters te maken die daar niet zo blij mee zijn."
Telefoonlijn
Een jaar geleden stelde de spelersvakbond een lijn open voor homo-profs die worstelen met hun geaardheid. Maar niemand heeft nog gebeld. Contactpersoon van de spelersvakbond Danny Hesp: "Het is niet zo, wat sommigen denken, dat ik de eerste homo uit de kast wil trekken. Iedere speler heeft mijn nummer en als ze willen bellen kan dat. Het is alleen nog niet gebeurd."