Inge de Bruijn
NOS Sport

Inge de Bruijn: in Sydney ging het eindelijk toppie joppie

Een succesvollere Nederlandse zwemmer is er niet. Inge de Bruijn heeft - naast talloze Europese en wereldtitels - liefst vier gouden olympische medailles op zak. Meer dan Pieter van den Hoogenband, om maar iemand te noemen.

Inge de Bruijn is daarmee als vierde geëindigd in de verkiezing van beste Nederlandse olympiër.

Als zwemster had De Bruijn alles mee: lengte, lenigheid, kracht en een enorme winnaarsmentaliteit. Maar het ging met haar carrière niet altijd toppie joppie. Want de Barendrechtse was ook snel afgeleid.

Dat bleek al op de Olympische Spelen van 1992. De destijds 17-jarige De Bruijn viel buiten de prijzen en was, zoals ze zelf later zei, "meer bezig met foto's maken van Boris Becker dan met mezelf".

Eenzame hoogte

In Nederland stond de zwemster in de jaren daarna op eenzame hoogte, maar op het internationale toneel kon ze slechts figureren. De Bruijn was onzeker en had faalangst, omdat ze wist dat ze er niet alles aan deed. Coach Jacco Verhaeren zag haar soms een week niet in het zwembad.

Het leidde ertoe dat ze de Olympische Spelen van 1996 door een gebrek aan motivatie liet schieten. Ze bekeek de Spelen van Atlanta thuis op televisie. "Dat is een zwarte pagina geweest, het was heel pijnlijk", zei De Bruijn er later over. "Maar achteraf is het de beste keuze geweest, anders was ik niet wie ik nu ben."

Want de grote successen, die kwamen eraan. De Bruijn verkaste naar kampioenenmaker Paul Bergen in de VS voor een nieuwe start onder een spartaans regime. En dat werkte.

Met Verhaeren erbij voor het fijne werk volgde in 2000 een onvergetelijk zwemseizoen, dat begon met acht wereldrecords op vier verschillende afstanden.

Een knaller

In Sydney liet De Bruijn al op de eerste dag haar klasse zien. Op de 4x100 meter vrije slag dook ze als slotzwemster het water in op de zesde plek. Ze tikte aan als tweede: zilver voor Nederland. "Dat was echt een knaller", aldus De Bruijn. "Ik had echt vleugels."

En dat kwam goed uit, want haar volgende afstand was de 100 meter vlinderslag. Ze leidde van start tot finish en won goud in een nieuw wereldrecord. Daarna volgden nog olympische titels op de 50 meter en de 100 meter vrije slag. 'Inky' was de Koningin van de Spelen in 2000.

"Het mooiste gevoel dat ik ooit heb gevoeld", zei De Bruijn daarover jaren later. Op het moment zelf omschreef ze het bondiger: 'Toppie joppie!" Het werd een gevleugelde en veelgebruikte uitdrukking, die in de jaren daarna - jammer of niet - in onbruik is geraakt.

Inge de Bruijn kan het niet geloven: goud in Sydney

Na Sydney deed zich een bekend patroon voor: De Bruijn prefereerde glamour en feestjes boven trainen, met als gevolg dat Verhaeren en Bergen de samenwerking met haar verbraken.

Na een verrassend sterk WK in 2003 (twee keer goud) klopte ze toch weer in de VS bij Bergen aan om nog één keer te schitteren op de Spelen. En zo geschiedde.

Tas vol eremetaal

Ook uit Athene kwam De Bruijn met een tas vol eremetaal terug: goud op de 50 meter vrije slag, zilver op de 100 meter vrije slag en brons op de 100 meter vlinderslag en de 4x100 vrije slag.

In 2007 stopte De Bruijn met zwemmen en kon ze zich - eindelijk - op al die andere leuke zaken storten. Toch blijft ze voor altijd een groot olympisch kampioen.

Zoals Femke Heemskerk, een van de deelneemsters aan de enquête zei: "In zo'n grote sport met zoveel overmacht de belangrijkste nummers winnen, is echt ongelooflijk. Daarnaast is zij degene die in mij het olympisch vuur heeft aangestoken."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl