NOS NieuwsAangepast

Wie controleert of uitzendbureaus discrimineren? Nou, niemand

  • Marleen de Rooy

    Politiek Verslaggever

  • Marleen de Rooy

    Politiek Verslaggever

De uitzendbranche doet op papier van alles tegen discriminatie, maar in de praktijk stelt dit weinig voor. Dat blijkt uit gesprekken met inspecteurs die het kwaliteitskeurmerk voor uitzendbureaus moeten handhaven en de brancheorganisaties.

"Wij doen geen specifieke controle op discriminatie. Hoe zou je dat ook kunnen toetsen, of er gediscrimineerd wordt?" zegt John Verboom, kwaliteitsmanager bij Q-inspectie, een van de bedrijven die het kwaliteitskeurmerk controleren.

Nadat in 2011 twee VU-studenten aan het licht hadden gebracht dat driekwart van de uitzendbureaus bereid was om op verzoek van een opdrachtgever sollicitanten van Marokkaanse, Turkse en Surinaamse afkomst 'eruit te filteren' beloofde de branche beterschap.

De twee grote brancheorganisaties voor uitzendbureaus, ABU en NBBU, namen in hun statuten en voorlichting regels ter voorkoming van discriminatie over. Het keurmerk voor uitzendbureaus van Stichting Normering Arbeid stelt ook eisen aan anti-discriminatiebeleid van uitzendbureaus.

Toenmalig VVD-staatssecretaris van Sociale Zaken De Krom sprak begin 2012 zijn vertrouwen uit in deze aanpak van de sector, die dus gebaseerd is op zelfregulering.

Maar zes jaar later worden de uitzendbedrijven nog steeds niet actief gecontroleerd op dit punt, en wordt er zelden of nooit een keurmerk ingetrokken of een uitzendbedrijf om deze reden geroyeerd.

Deze week bleek uit onderzoek van tv-programma Radar dat bijna de helft van 78 gebelde uitzendbureaus bereid is om te discrimineren als een opdrachtgever daar om vraagt.

"Op dit moment controleert elk lid zelf of er binnen het uitzendbureau gediscrimineerd wordt", zegt een woordvoerder van ABU. Op de vraag of de uitzendbranche wel in staat is zichzelf te controleren zegt zij: "Dat is een vraag die wij onszelf ook moeten stellen. Binnen de ABU wordt op de zeer korte termijn gesproken met leden en externe deskundigen om te kijken naar een juiste aanpak."

In de jaren tussen 2011 en 2018 is het onderwerp niet van de politieke agenda geweest. Ook nu vraagt de Tweede Kamer weer om maatregelen, zoals naming and shaming, het publiekelijk aan de kaak stellen van de discriminatiepraktijken van bepaalde uitzendbureaus.

Maar de invloed van de politiek op discriminerende uitzendbureaus blijkt in de praktijk klein te zijn. Na de Radar-uitzending verwees het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar het speciale team arbeidsmarktdiscriminatie van de Inspectie.

Maar de Inspectie blijkt helemaal niet te controleren op discriminerende uitzendopdrachten. "Er is geen sprake van een werksituatie die we kunnen controleren, alleen van een gesprek tussen een opdrachtgever en een uitzendbureau", zegt een woordvoerder. De Inspectie mag alleen voorlichting geven en heeft geen bevoegdheden om de werving en selectie te controleren.

Verleden tijd

CDA en D66 vinden dat de Inspectie dit wel moet gaan doen, desnoods met uitbreiding van bevoegdheden. En de uitzendsector zelf moet ook gaan handhaven. "Anders heeft een keurmerk geen enkele waarde", zegt D66-Kamerlid Van Weyenberg. "En als het echt niet gaat moet de overheid het maar doen", zegt CDA-Kamerlid Peters.

Wat de PvdA betreft is het daar nu al tijd voor. "Ik ben er echt klaar mee, ze doen het niet zelf", zegt Kamerlid Van Dijk. "De zelfregulering is verleden tijd." Maar de regeringspartijen lijken de sector nog een kans te willen geven.

Binnenkort komen de uitzendbranche en de verschillende particuliere keuringsdiensten bij elkaar om over het probleem te praten en nieuwe afspraken te maken.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl