Paus vergelijkt vluchtelingen met Maria en Jozef
In zijn Kerstnachtmis heeft paus Franciscus de tocht van Jozef en Maria naar Bethlehem vergeleken met de beproevingen die vluchtelingen vandaag de dag meemaken. "In hun voetstappen liggen zoveel andere verborgen", zei hij tijdens de mis in de Sint-Pieter.
"Toen ze in Bethlehem aankwamen ontdekten ze dat niemand daar op hen zat te wachten. Er was er geen plek voor hen", vatte Franciscus het kerstverhaal samen. "Toch werd in die stad, waar ze met de nek werden aangekeken, de vlam van Gods liefde ontstoken."
Franciscus riep op "angst in erbarmen te veranderen". Hij sprak over de miljoenen die hun huis moeten verlaten, "soms met hoop voor de toekomst, maar voor velen met maar een doel: overleven".
Maar we zien God zelfs waar we denken dat hij afwezig is.
De paus herinnerde eraan dat ook de herders, die als eerste op bezoek kwamen in de stal, destijds aan de randen van de samenleving leefden. "Hun huidskleur, hun kleding, hun geur, hoe ze spraken, waar ze vandaan kwamen, alles aan hen veroorzaakte wantrouwen. Maar we zien God zelfs waar we denken dat hij afwezig is. Hij is aanwezig in de onwelkome gast, vaak onherkenbaar."
Franciscus hekelde hedendaagse 'herodussen' die "hun macht laten gelden, rijkdom vergaren en geen been zien in het verspillen van onschuldig bloed".
Kribbe
Zo'n 10.000 gelovigen in de basiliek zagen hoe Franciscus aan het begin van de mis het beeld van het kindje Jezus onthulde en kuste. Nog eens vele anderen volgden de ceremonie op schermen op het Sint-Pietersplein. Aan het einde van de mis plaatste Franciscus persoonlijk het kindje in de kribbe van de kerk.
Het is was de vijfde keer dat Franciscus (81) de Kerstnachtdienst leidde. Morgen zal hij om 12.00 uur zijn traditionele kerstzegen urbi et orbi uitspreken op het Sint-Pietersplein.