Syriërs op de vlucht in Oost-Ghouta
Aangepast

Grote zorgen over hongerende kinderen in het Syrische Oost-Ghouta

Meer dan honderd kinderen moeten dringend geëvacueerd worden uit Oost-Ghouta, een wijk ten oosten van Damascus. Gebeurt dat niet, dan zullen ze dat niet overleven. Dat zegt Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties.

De wijk is in handen van rebellen die strijden tegen het regime van president Assad. Er wonen naar schatting 400.000 mensen, die sinds 2013 al zo goed als geen humanitaire hulp meer hebben gekregen. Veldjes waar nog voedsel groeit, kunnen moeilijk bereikt worden vanwege zware bombardementen van Russische gevechtsvliegtuigen en beschietingen van het Syrische regeringsleger.

In Oost-Ghouta is een brood 85 keer duurder dan in de vlakbij gelegen hoofdstad Damascus, becijfert Unicef. Voor gas om mee te koken moet 300 dollar worden neergeteld, tegenover 44 dollar in Damascus.

Volgens Unicef verkeren zeker 137 kinderen, met leeftijden tussen zeven maanden en zeventien jaar, in levensgevaar. Ze moeten dringend geëvacueerd worden.

Verder zijn veel kinderen ondervoed: bijna een op de acht kinderen onder de vijf jaar lijdt volgens de VN-organisatie aan acute ondervoeding.

Geert Cappelaere, directeur van Unicef voor het Midden-Oosten, bezocht onlangs Oost-Ghouta. "Het is bezet gebied, en alle partijen die verantwoordelijk zijn voor die bezetting hebben boter op hun hoofd."

Volgens Cappelaere is het hard nodig dat alle partijen worden overtuigd dat hulporganisaties toegang krijgen tot het gebied. Dagelijks moet humanitaire hulp worden verleend. "Nog steeds hebben we te weinig toegang en dat is echt beschamend."

Geert Cappelaere: situatie voor kinderen Oost-Ghouta elke dag slechter

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl