NOS NieuwsAangepast

Help! De huisarts in de achterstandswijk redt het niet

  • Ardi Vleugels

    Research-redacteur zorg

  • Ardi Vleugels

    Research-redacteur zorg

Huisartsen in achterstandsgebieden trekken aan de bel. Ze zijn structureel overbelast, zeggen ze, en nieuwe collega's zijn nauwelijks te vinden. Volgens InEen, de belangenvereniging voor eerstelijnszorg, staat de zorg aan de meest kwetsbare mensen onder druk.

Artsen in gezondheidscentra in Rotterdam, Utrecht en Amsterdam hebben daarom een actiegroep opgericht om de problemen aan te kaarten. Naast InEen is ook de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) bezorgd over de situatie.

Marieke Out en Ida Spelt zijn allebei huisarts. De een in een wijk in Rotterdam met veel problemen, de ander in het chique Wassenaar. Bekijk de video om te zien hoe hun werk verschilt:

Rotterdam-Zuid vs. Wassenaar

Overal duurt het maanden om vacatures te vervullen. De meeste centra hebben minstens twee huisartsen thuiszitten met een burn-out. Anoeska Mosterdijk, directeur van InEen, is bang voor een negatieve spiraal. "Nieuwe artsen gaan liever elders aan de slag. De artsen die blijven, krijgen het nog zwaarder. Dat is weer slecht voor het imago van het vak, en dus voor het werven van nieuwe collega's."

Ook verzekeraars erkennen de signalen. In sommige regio's bemoeit de verzekeraar zich inmiddels zelf met de moeizame werving van nieuwe artsen, zegt Wouter Kniest van Zorgverzekeraars Nederland.

Lage drempel

Voor mensen met een laag inkomen in achterstandswijken is de huisarts belangrijk. Huisartsenzorg kost de patiënt geen geld en de huisarts is makkelijk benaderbaar.

Maar de hoge werkdruk leidt tot onvoldoende tijd voor die patiënten, zegt Mosterdijk van InEen. En juist in achterstandswijken is voldoende tijd heel belangrijk: patiënten zijn vaker ziek, hebben vaak meerdere (ook niet-medische) problemen en komen vaker op consult. Daarnaast spelen taalbarrières een rol.

"De huidige problemen vergroten de gezondheidsverschillen tussen rijke en arme wijken", vreest Leontien Sierts van Achterstandsfondsen, een project van huisartsen en zorgverzekeraars. "Gemiddeld genomen hebben alle huisartsen het drukker gekregen, maar artsen in achterstandswijken merken dat veruit het meest."

Volgens Sierts horen huisartsen in een achterstandsgebied ten onrechte dat ze niet moeten klagen, omdat ze er zelf voor hebben gekozen. "We willen in Nederland goede en efficiënte zorg in alle wijken, dus ook in wijken waar mensen minder inkomen hebben. Dan moeten we huisartsen ook in staat stellen om dat te doen."

Meer instanties, minder geld

Doordat gemeenten, zorgverzekeraars en het Rijk allemaal over een deel van de zorg gaan, moet de huisarts samenwerken met veel partijen en instanties. Dat kost veel tijd voor overleg, en die tijd is er niet. Ook zien huisartsen meer mensen die ernstiger psychische problemen hebben dan vroeger, en meer ouderen die langer thuis wonen.

Hoe het geld voor patiënten in achterstandswijken verdeeld wordt, speelt ook een grote rol bij de problemen, zegt de LHV. Huisartsen in een aantal achterstandsgebieden krijgen structureel extra geld. Maar tegelijkertijd komt een aantal wijken hier niet voor in aanmerking.

Extra geld

De Nederlandse Zorgautoriteit stelt vanaf komend jaar 10 miljoen euro extra beschikbaar voor huisartsenzorg in achterstandswijken. Maar dat is volgens InEen ook niet genoeg. Daarnaast willen de artsen dat de huidige regeling op de schop gaat, zodat patiënten in meer achterstandsgebieden ervan profiteren.

Ook nieuwe afspraken over vergoedingen voor ouderen pakken slecht uit voor achterstandswijken. Het geld dat huisartsen krijgen voor 65- tot 75-plussers wordt minder, en de toelage voor 85+ meer. Dat is logisch, omdat mensen gezonder oud worden. Maar in achterstandsgebieden krijgen inwoners jonger ouderdomsziekten. Gemiddeld overlijden patiënten daar zeven jaar eerder.

"Daarbovenop willen verzekeraars kosten van gezondheidscentra beteugelen, waar veel huisartsen in achterstandswijken werken. Die centra ontlasten een huisarts met regelwerk. We vrezen dat ook dit de werkdruk verhoogt," zegt Mosterdijk.

Volgens de LHV, InEen en de huisartsen in Rotterdam ligt er ook een taak voor de branche zelf en voor de opleidingen. Die moeten artsen een beter beeld geven van het werk in achterstandswijken, zodat het imago minder slecht wordt.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl