Controle van adressen leverde vorig jaar 11 miljoen op, maar kostte 10 miljoen

De aanpak van adresfraude loont. Staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties schrijft aan de Tweede Kamer dat het controleren van adresgegevens zichzelf ruimschoots terugverdient.

Controles of mensen echt wonen op het adres dat ze opgeven, hebben vorig jaar 11 miljoen euro opgeleverd doordat ten onrechte verstrekte uitkeringen of toeslagen zijn stopgezet of teruggevorderd. Daar stonden een kleine 10 miljoen aan kosten tegenover, dus het leverde ruim 1 miljoen euro op.

Minister Plasterk, die in het vorige kabinet over persoonsgegevens ging, noemde eerder overigens een veel hoger bedrag als mogelijke opbrengst.

Elke tien minuten

Elke tien minuten wordt ergens in Nederland een huisbezoek afgelegd om gegevens te controleren. Er worden nu zo'n 15.000 adressen per jaar bezocht.

De controles worden gedaan op basis van signalen van bijvoorbeeld de Belastingdienst, de politie en DUO, de dienst die de studiefinanciering uitvoert. Aanwijzingen dat met een adres wordt gefraudeerd, zijn bijvoorbeeld teruggestuurde brieven en klachten over overbewoning.

Illegale onderverhuur

Knops benadrukt dat door opsporing van fouten in adresbestanden niet alleen fraude met uitkeringen en toeslagen wordt bestreden, maar dat er ook 'maatschappelijke opbrengsten' zijn: zo kan bijvoorbeeld illegale onderhuur worden tegengegaan, zodat sociale huurwoningen beschikbaar komen voor wie ze zijn bedoeld.

Betrouwbare informatie kan ook van belang zijn bij ontruimingen door politie of brandweer.

Het CBS schat dat zo'n 95 procent van de adresgegevens klopt. Knops erkent dat bijvoorbeeld door verhuizingen of doordat mensen iets vergeten door te geven 100 procent correctheid nooit zal worden gehaald.