Het journaal over de Bijlmerramp werd gepresenteerd door oud-nieuwslezer Gijs Wanders
NOS NieuwsAangepast

Hoe journalisten de Bijlmerramp versloegen, zonder smartphone of internet

  • Tomas Riemens

    redacteur Online

  • Tomas Riemens

    redacteur Online

Precies 25 jaar geleden, zondagavond 4 oktober 1992, werd NOS Studio Sport onderbroken voor een speciale uitzending van het Journaal over de Bijlmerramp. Kijkers die net de samenvatting van de wedstrijd tussen RKC en Ajax hadden bekeken, kregen beelden te zien van brandende flats in Amsterdam-Zuidoost.

Aan het begin van de avond was daar een Israëlisch vrachtvliegtuig neergestort. Bij de ramp kwamen 43 mensen om het leven. De NOS-medewerkers die betrokken waren bij het Journaal over de ramp, vertellen hoe zij de avond hebben beleefd.

De cameraman

De inmiddels gepensioneerde cameraman Paul Hartendorf was als eerste journalist op de plaats van de ramp. Hij was bezig met een andere reportage in Amsterdam toen hij het bericht kreeg dat er iets was gebeurd in de Bijlmer.

Via een politiezender op zijn autoradio hoorde hij dat er een vliegtuig in de problemen was gekomen boven Amsterdam-Zuidoost. Hartendorf liet de reportage voor wat het was. Hij volgde een brandweerwagen naar de rampplek en begon daar direct met filmen.

Het enige geluid kwam van de vlammen in de flats.

Cameraman Paul Hartendorf

"Het eerste wat we zagen was een vrouw die haar kinderen zocht", zegt de cameraman. "Een vreselijke aanblik." Hartendorf herinnert zich dat het doodstil was op de plek waar het toestel was neergestort. "Je hoorde niemand gillen en zag geen gewonden. Het enige geluid kwam van de vlammen in de flats."

Het vliegtuig van de Israëlische maatschappij El Al was neergekomen op de flats Groeneveen en Klein-Kruitberg, die deels waren verwoest en in brand stonden. Hartendorf probeerde de ramp zo goed mogelijk in beeld te brengen. Hij zag een zwaargewonde vrouw die werd behandeld. Dat versterkte het vermoeden van de cameraman dat er veel slachtoffers waren.

Bekijk hieronder het Achtuurjournaal van zondag 4 oktober 1992, met daarin de beelden die Paul Hartendorf maakte:

NOS Journaal 4 oktober 1992, de dag van de Bijlmerramp

Nu worden beelden via een smartphone of satelliet naar de redactie verstuurd. Maar de band met de eerste opnamen die Hartendorf maakte, moest door een collega met de auto naar Hilversum worden gebracht. Daar werden de beelden ongemonteerd uitgezonden in het Journaal.

Maar voordat Nederlandse televisiekijkers beelden van de ramp te zien kregen, waren die al uitgezonden in de Verenigde Staten. De opnamen van Hartendorf waren per ongeluk al gedeeld met andere nieuwsorganisaties en opgepikt door CNN.

Niet veel later kwam het nieuws over de Bijlmerramp ook in het NOS Journaal. Terwijl de enige beschikbare beelden keer op keer opnieuw werden afgespeeld, ging Hartendorf druk door met filmen. "Op de rampplek werd de sfeer steeds grimmiger. Er waren agenten die ons weg wilden hebben. We mochten alleen blijven omdat de politie wist dat we van de NOS waren."

Teletekst

In 1992 verschenen er nog geen nieuwsartikelen op het internet. De berichtgeving verliep via de redactie van Teletekst. Daar kwam het nieuws over de ramp aan het begin van de avond binnen. Redacteuren controleerden de informatie en publiceerden om 18.55 uur het eerste bericht. "In Amsterdam-Zuidoost is een vliegtuig neergestort. Nadere berichten volgen nog."

Het eerste Teletekstbericht over de vliegramp

Radio

Rond 19.00 uur was in het radiobulletin van de Radionieuwsdienst van het ANP het eerste bericht over de ramp te horen. Daarin werd nog gesproken van een jumbojet die bij Weesp was neergestort en in de lucht zou zijn geëxplodeerd.

NOS-redacteur Albert Simons werkte die avond bij de nieuwsdienst van persbureau ANP, die de radioberichten schreef. Hij zegt dat heel lang onduidelijk was wat er precies aan de hand was. "We kregen eerst via de verkeersinformatie van de politie te horen dat er problemen waren met een vliegtuig." Dat het toestel was neergestort in de Bijlmer, werd pas later duidelijk.

Journalisten konden destijds de laatste ontwikkelingen niet volgen via Twitter of andere websites en waren afhankelijk van de autoriteiten en verslaggevers. "Wij hadden veel contact met een ANP-verslaggever die op de rampplek was. Maar door het gebrek aan moderne communicatiemiddelen had ook hij weinig overzicht. Vooral in het begin heerste er veel verwarring."

Later op de avond was op de radio ook een van de eerste ooggetuigen te horen. Die vertelde dat hij een grote rookpluim had gezien en een flat zag branden. "Het kan niet uitblijven dat hier slachtoffers zijn gevallen", vertelde hij.

De verslaggever

Ondertussen was ook oud-NOS-verslaggever Peter van der Maat met de auto op weg naar de Bijlmer. "Er waren nog geen routeplanners en ik moest het adres opzoeken in een stratenboek. Dat was best ingewikkeld, want overal waren kruispunten afgezet."

Toch wist hij de rampplek te bereiken. "Wat ik daar zag, leek op een inferno", vertelt Van der Maat. Hij vermoedde dat er honderden slachtoffers waren gevallen. De journalist voelde zich volledig gedesoriënteerd, maar moest desalniettemin verslag doen van wat hij zag.

Ook dat was niet gemakkelijk zonder een mobiele telefoon. "Ik had alleen een ingebouwde telefoon in mijn auto, die moest ik losschroeven en meenemen. Alleen was de batterij al na een half uur leeg." Van der Maat liep uiteindelijk een flat in en belde vanaf daar naar de redactie in Hilversum.

Ik werd daar praktisch weggeslagen terwijl ik als enige verslaggever het hele land moest informeren.

Verslaggever Peter van der Maat

Zijn eerste verslag in het Journaal verliep naar eigen zeggen met horten en stoten. "De presentator, Gijs Wanders, vroeg mij of het rampenplan in de Bijlmer werkte. Ik had geen idee. Ik kende dat plan niet en had vanuit die flat geen enkel zicht op wat er buiten allemaal gebeurde."

Later sloot de politie ook de gebouwen in de buurt af en had Van der Maat nauwelijks nog contact met de redactie in Hilversum. Vervolgens werd hij ook nog weggestuurd door politiemensen. "Ik werd daar praktisch weggeslagen terwijl ik als enige verslaggever het hele land moest informeren."

In onderstaande video is vanaf minuut 08.52 te zien hoe verslaggever Van der Maat wordt weggestuurd door de politie.

De avond verliep allesbehalve gesmeerd, vertelt hij. "We hadden als NOS nog nooit zoiets meegemaakt. Tegenwoordig wordt meteen een heel team meegestuurd, maar ik ging daar vrijwel alleen op een houtje-touwtje-manier te werk. We hadden als nieuwsorganisatie geen idee hoe we dit moesten aanpakken."

Na het chaotische begin van de avond, kreeg Van der Maat versterking vanuit Hilversum. In de uren die volgden werd ook de omvang van de ramp duidelijk. Dat zijn eigen werkomstandigheden zo lastig waren, noemt de verslaggever "klein leed". "Het staat natuurlijk totaal niet in vergelijking met wat de omwonenden en nabestaanden hebben meegemaakt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl