Bovag-garantie moet op de schop

De bekende Bovag-garantie van zes maanden op tweedehands auto's moet veranderen, schrijft het FD. Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) ziet de garantie als een verzekering, die dan ook verkocht moet worden als een verzekering, en die wordt aangeboden door een verzekeraar, niet door een garagebedrijf.

DNB vindt de garantie een verzekering omdat de garage een overeenkomst sluit en tegen betaling van een premie - die in de verkoopprijs zit - eventuele reparaties doet. Er zijn 6000 garagehouders aangesloten bij dit garantiesysteem. Feitelijk zijn zij volgens het FD nu in overtreding.

Geen zorgen

Automobilisten die de afgelopen maanden een occasion hebben gekocht met Bovag-garantie hoeven zich geen zorgen te maken. Paul de Waal van Bovag zei in het NOS Radio 1 Journaal dat de organisatie en de garages achter de garantie blijven staan tot er een alternatief is. Hij verwacht dat de financiële toezichthouder de komende tijd "niet te zwaar gaat handhaven".

"Wij doen dit al 50 jaar zo en hadden geen aanwijzing dat we iets verkeerd deden. Maar DNB heeft wat teksten aangepast, waardoor wij ons achter onze oren gingen krabben."

De komende week komt het bestuur van de Bovag bijeen om te kijken wat er nu moet gebeuren. Waarschijnlijk wordt dan het besluit genomen om via verzekeringsdochter Bovemij een garantieverzekering aan te bieden.

"Aan de voorkant verandert er niks, het blijft ook gewoon Bovag-garantie heten, ook als het straks een verzekering is", aldus Paul de Waal. Wel krijgen klanten straks duidelijk te zien wat ze extra moeten betalen bij de aanschaf van een auto om de Bovag-garantie te krijgen. Welk bedrag ze moeten betalen, kan Bovag nog niet zeggen.