Tom Dumoulin
NOS WielrennenAangepast

Verbond met België en een gokje is Oranjes ideale strategie

Als de Nederlandse wielermannen zondag in de wegwedstrijd van de WK net zo eensgezind zijn als in hun interviews vooraf, dan kunnen ze een rol van betekenis gaan spelen.

Allemaal komen ze in het Noorse Bergen onafhankelijk van elkaar met hetzelfde strijdplan. Omdat geen van hen er als kopman bovenuit steekt, moeten ze de breedte van de ploeg benutten om de koers hard te maken. Zo kan een schifting in het peloton ontstaan die de Nederlanders in de slotfase in staat moet stellen de beslissende aanval te plaatsen.

Tempobeulen

De mannen die voor Nederland tot diep in de finale om de wereldtitel moeten kunnen strijden zijn de tempobeulen Tom Dumoulin (kersvers wereldkampioen tijdrijden), Niki Terpstra en Lars Boom. "Je mag er wel van uitgaan dat ik een beschermde renner ben", zegt Boom.

Boom: ga ervan uit dat ik beschermde renner ben

Nederland staat met een sterke selectie van negen man aan de start, maar de ploeg ontbeert een rappe afmaker als Peter Sagan of Michael Matthews. "Met die twee wil je niet naar de finish rijden. Daarom moeten wij in de laatste ronde een gokje nemen", laat Bauke Mollema weten.

De man die deze zomer een etappe won in de Tour de France behoort niet tot de favorieten. Hij zal vooral tot taak hebben om de koers hard te maken. "Wat dat betreft zal er nog wel even gesproken worden met de Belgen. Die zitten toch in ons hotel", zegt Mollema.

Mollema: we gaan nog even met de Belgen praten

Ook Sebastian Langeveld zinspeelt op een verbond met België. "Die zitten een beetje in hetzelfde schuitje. We zullen bondgenoten moeten hebben om op tijd de koers te maken. Net als bij de WK in 2015 in Richmond. Dat was de ideale tactiek."

Oranje reed toen de hele dag op kop en leverde Dumoulin en Terpstra af in de finale. Zij kwamen echter tekort en hopen nu op een nieuwe kans. Maar ook Boom acht zichzelf kansrijk. "Ik denk wel dat ik wereldkampioen kan worden, ja."

Kopgroepje

Terpstra was vorige week al in Bergen voor de ploegentijdrit, maar hij pakte geen medaille met QuickStep. Die teleurstelling verwerkte hij thuis.

"Ik ben terug naar huis geweest. Daar heb ik lekker kunnen trainen en de batterij opgeladen. Hoe ik morgen ga winnen? Dat weet ik nog niet. De winnaar zal komen uit een kopgroepje of uit de sprint van een uitgedund peloton."

Terpstra is naar huis gegaan om de batterij op te laden

Joop Zoetemelk was in 1985 de laatste Nederlandse wereldkampioen en Leon van Bon de laatste Nederlander die het podium haalde. Hij werd in 1997 derde. Boom: "1985 was sowieso een mooi jaar, want toen werd ik geboren. Misschien kan 2017 ook een mooi jaar worden."

Langeveld zal er naar eigen zeggen zijn om "de jongens te ondersteunen die echt kans maken". Hij had deze zomer wat fysiek ongemak en draaide daardoor een bescheidener programma. "Daarom is het te vroeg om mijn vinger op te steken voor het kopmanschap."

Langeveld: te vroeg om vinger op te steken voor kopmanschap

In totaal moeten de renners zondag 276,5 kilometer afleggen. De 1,5 kilometer lange Ulriken-klim is het grootste obstakel. Die kent een stijgingspercentage van 6,5 en zal twaalf keer beklommen moeten worden, de laatste keer op 10,6 kilometer van de meet.

Dumoulin, Terpstra en Boom zijn dus de grootste kanshebbers voor Nederland, maar denkend aan het parcours wil Mollema nog iemand aan de kandidatenlijst toevoegen. "Vergeet Wout Poels niet."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl