Beroepsverbod voor bankmedewerker die dementerende klant oplichtte
Drie bankmedewerkers hebben onlangs een beroepsverbod gekregen van de Stichting Tuchtrecht Banken. Ze hebben zich niet gehouden aan de eed die bankiers sinds 2015 moeten afleggen.
De eerste zaak ging om een bankmedewerker die ruim 4000 euro opnam van de rekening van een licht dementerende klant. Hij kreeg daarvoor een beroepsverbod van 18 maanden. Het geld gaf hij uit in een casino. Toen de zaak aan het licht kwam probeerde hij zijn handelen te verdoezelen.
Accountantsverklaring vervalst
Ook is er een beroepsverbod opgelegd wegens het frauderen met een accountantsverklaring. Het gaat om een zelfstandige die via een tussenpersoon werkte voor een bank. Voor zijn werkzaamheden moest hij ieder kwartaal een accountantsverklaring krijgen. De zelfstandige kreeg een keer geen verklaring en daarom vervalste hij er een.
De tuchtcommissie neemt het hem vooral kwalijk dat hij tijdens de behandeling van de zaak niet inzag wat hij fout heeft gedaan. Hij krijgt een beroepsverbod van één jaar.
Creditcard van klant gebruikt
De derde zaak gaat om een bankmedewerker wiens contract niet werd verlengd. Hij kreeg de opdracht de rekening van een vertrokken klant op te heffen. In plaats daarvan vroeg hij twee creditcards aan op naam van de klant. Met een van de creditcards nam hij ruim 3000 euro op voor eigen gebruik.
Nadat zijn handelen aan het licht was gekomen, stortte hij het bedrag terug. De tuchtcommissie heeft een beroepsverbod van zes maanden opgelegd. Daarbij is er rekening mee gehouden dat de bankmedewerker inziet dat hij verkeerd heeft gehandeld.
Zeven beroepsverboden
Sinds de invoering van de bankierseed in 2015 zijn er zeven beroepsverboden opgelegd. Klanten van banken of collega's kunnen op de site van Stichting Tuchtrecht Banken een zaak melden als ze vermoeden dat een bankier zich niet aan de eed houdt.