Turkse oppositie vecht uitslag referendum aan bij Europees Hof

De grootste oppositiepartij in Turkije stapt naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vanwege het referendum van 16 april. De Republikeinse Volkspartij (CHP) wil dat de uitslag ongeldig wordt verklaard vanwege onregelmatigheden.

Door middel van het referendum konden de Turken zich uitspreken over meer macht voor de president. Een kleine meerderheid steunde het ja-kamp onder leiding van Erdogan. De oppositie valt met name over een controversiële beslissing van de Turkse Kiesraad om stembiljetten zonder geldig stempel toch mee te tellen. Ook was er geen privacy in het stemhokje en werden de stemmen niet in de openbaarheid geteld.

De beslissing om de uitkomst van het referendum bij het Europees Hof aan te vechten komt een dag nadat het Turkse Constitutioneel Hof het verzoek van de partij om het referendum ongeldig te verklaren had afgewezen. Het hof zei zich niet bevoegd te achten om de zaak te behandelen.

Niet eerlijk

Internationale waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) zeiden eerder al dat het referendum niet eerlijk was verlopen. De basisvoorwaarden voor een echt democratisch referendum waren volgens de waarnemers niet aanwezig.

Ze constateerden veel onregelmatigheden die in het nadeel waren van het nee-kamp. Zo hadden de tegenstanders van uitbreiding van de presidentiële macht niet dezelfde mogelijkheden om campagne te voeren als de voorstanders. Ook werden verkiezingsbijeenkomsten verboden, was er sprake van intimidatie en werd geweld niet geschuwd.

Dat president Erdogan zelf het ja-kamp aanvoerde, is volgens de OVSE tegen de richtlijnen van democratische verkiezingen. Erdogan verwerpt de kritiek van de organisatie.