De opgraving in Sluis
NOS Nieuws

Politie hoopt na 23 jaar identiteit dode vrouw te achterhalen

In het Zeeuwse Sluis worden vandaag de resten opgegraven van een vrouw die 23 jaar geleden dood werd gevonden. Haar lichaam was in stukken gehakt. Niemand weet wie ze is, maar de politie heeft goede hoop om na al die tijd alsnog haar identiteit te achterhalen.

"Het is heel belangrijk voor de nabestaanden om te weten wie die mevrouw is", zegt Mireille Aalders van de politie Zeeland in het NOS Radio 1 Journaal. "Ze ligt nu in een zogenoemd NN-graf (anoniem graf, red.) op de begraafplaats in Sluis."

De politie heeft nog geen idee van wie de resten kunnen zijn die destijds werden aangetroffen door een toerist. Ook een lijst met vermiste personen geeft geen vermoedens over de identiteit van de vrouw.

Volgens Aalders is er een goede kans dat de cold case uit 1994 zal worden opgelost. "Toen deze zaak begon was er nog niet zoveel mogelijk met dna", zegt ze. "Maar de opsporingstechnieken hebben ontzettend veel ontwikkeling doorgemaakt. Ik heb begrepen dat uit een haar al een oogkleur kan komen. En zelfs de plek waar iemand is opgegroeid kan tegenwoordig worden bepaald."

Volgens Aalders leeft de zaak over de onbekende vrouw nog altijd bij de politie in Zeeland. "Er zijn nog steeds collega's in dienst die hebben meegewerkt aan het onderzoek destijds. Die zijn natuurlijk heel geïntrigeerd door de zaak."

Wat wij willen is dat het materiaal zo onbeschadigd mogelijk bij het NFI komt.

Reza Gerretsen, forensisch arts NFI

De politie krijgt bij het onderzoek hulp van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). "Het is een zogenoemde cold case, dus ik wil zo min mogelijk informatie hebben over deze zaak, zodat ik niet bevooroordeeld ben", zegt forensisch arts Reza Gerretsen die het onderzoek gaat doen. "Dus ik begin weer helemaal opnieuw."

Gerretsen vertelt wat de procedure is: "We openen het graf samen met de politie, in aanwezigheid van het Openbaar Ministerie. Als het goed is komen we in het graf een kist tegen, al dan niet met lijkzakken, met daarin het materiaal dat wij verder willen onderzoeken."

Nieuwe of oude Breuken

Over de staat van het materiaal dat ze zullen aantreffen, zegt Gerretsen dat het koffiedik kijken is. Hij kan slechts een inschatting maken op basis van zijn ervaring en op eerdere opgravingen in deze regio.

De forensisch arts wijst erop dat de opgraving heel voorzichtig moet gebeuren. Hij is er daarom zelf bij. "Wat wij willen is dat het materiaal zo onbeschadigd mogelijk bij het NFI komt. Ik moet onderscheiden of er nieuwe breuken bij zijn gekomen vandaag of dat bepaalde breuken al eerder zijn ontstaan, bijvoorbeeld bij het inzakken van de kist, of dat de breuken al bestonden bij vinding. Dat vergt nog wel wat werk."

Vragen, vragen, vragen

Eenmaal aangekomen bij het NFI worden de resten van het lichaam heel voorzichtig schoongemaakt, vertelt Gerretsen. "Want we willen eventuele beschadigingen in de resten waarnemen en die willen we gaan duiden. Hoe komen de beschadigingen daar? Met welk voorwerp is dat gebeurd? Wat is de vorm van dat voorwerp? En zelfs: wat is de samenstelling geweest van dat voorwerp? Want als ik bijvoorbeeld steek met een roestvrij staal mes in een bot, dan ga ik ook roestvrij staal vinden in het botweefsel, ook twintig jaar later."

Of er ook een gezichtsreconstructie zal worden gemaakt in deze zaak, is nog niet duidelijk, zegt Gerretsen. "Dat kan alleen als de schedel in goede staat is of als ik de schedel weer in redelijke staat kan brengen. Dan moet ik de ontbrekende delen bij elkaar krijgen. Ik kan niet van tevoren zeggen of het in deze zaak mogelijk is, maar áls het mogelijk is zullen we het zeker proberen."

Het mooiste zou volgens Gerretsen zijn dat er een match is in de DNA-databank Vermiste Personen, maar dan moet de familie wel dna hebben ingeleverd. Het is onduidelijk wanneer het onderzoek is afgerond.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl