Johanna Westerdijk
NOS NieuwsAangepast

'Rolmodel Westerdijk werkte hard, maar hield net zo goed van feesten'

Het is vandaag precies honderd jaar geleden dat Johanna Westerdijk werd benoemd tot hoogleraar in de plantenziektekunde. Ze was daarmee de eerste vrouwelijke hoogleraar van ons land. Ter ere daarvan is vanmiddag op de Universiteit Utrecht het Westerdijkjaar officieel geopend.

Patricia Faasse, die een biografie schreef over de in 1961 overleden Westerdijk, schetste in het NOS Radio 1 Journaal een beeld van de hoogleraar. "Ze was een rolmodel voor veel vrouwelijke studenten", vertelde ze. "Westerdijk heeft 56 promovendi opgeleid, van wie bijna de helft vrouwen. Ze heeft het vakgebied van de plantenziektekunde vormgegeven in Nederland."

Westerdijk Instituut

Naast haar werk als hoogleraar in Utrecht was Westerdijk directeur van het Centraalbureau voor Schimmelcultures, dat als eerbetoon de naam Westerdijk Instituut gaat dragen. "Ze heeft daar baanbrekend werk verricht. De schimmelcollectie kreeg niet alleen vaste grond, maar is ook uitgegroeid tot de grootste ter wereld."

Dat is volgens Faasse een belangrijke prestatie. "In haar tijd waren schimmels nog nauwelijks biologisch en taxonomisch onderzocht. Ze waren nog onbekend, terwijl ze nu een belangrijke rol spelen in de levenscyclus."

Zo nu en dan ging Westerdijk samen met haar studenten feesten.

Patricia Faasse

De lijfspreuk van Westerdijk was 'werken en feesten vormt schone geesten'. "Ze werkte veel en hard en gaf leiding aan wetenschappers en studenten, maar ze vond het ook belangrijk om te ontspannen", vertelde Faasse. "Zo nu en dan werd het kleedje in het lab opgerold en gingen ze feesten."

Haar benoeming was in 1917 baanbrekend, zei Faasse. "Het was een andere tijd. 1917 was een belangrijk jaar, omdat het kiesrecht voor vrouwen op punt van doorbreken stond. Vrouwen gingen massaal het openbare leven in en kregen banen die we nu heel normaal vinden."

Volgens Faasse moet een universiteit een afspiegeling zijn van de samenleving. "Je zag wel dat dat ook in 1917 leefde. Men vond het tijd dat een vrouw hoogleraar werd. Twee jaar later werd ook in Groningen een vrouw naar voren geschoven, maar daarna viel het stil."

Aansporen

Nu, honderd jaar later, zit Nederland internationaal in de achterhoede als het om vrouwelijke professoren gaat. 17 procent van de hoogleraren is vrouw. Minister Bussemaker greep onlangs het Westerdijkjaar aan om universiteiten aan te sporen meer vrouwelijke hoogleraren te benoemen. Ze heeft daar eenmalig 5 miljoen euro voor uitgetrokken.

De afgelopen jaren is het aantal vrouwelijke hoogleraren wel gestegen, maar er zijn ook universiteiten waar het aandeel juist is teruggelopen. "Het vergt een continue inspanning om op universiteiten een goede afspiegeling van de samenleving te krijgen", zei Faasse. "Ik ben dan ook blij dat we met het Westerdijkjaar er weer eens de aandacht op kunnen vestigen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl