'Het kan toch niet de bedoeling zijn dat een meldkamer overbelast raakt?'

Tijdens de stroomstoring in Amsterdam gisteren belden zoveel mensen het noodnummer 112 dat de meldkamers het niet aan konden. "Als iemand belt en aan de andere kant helemaal niets hoort, dan is dat echt heel erg", zegt Guus Schrijvers, oud-hoogleraar Public Health en deskundige in de spoedzorg.

De gemeente en de nationale politie onderzoeken de rol van de landelijke en regionale meldkamer tijdens de stroomstoring. Een vrouw overleed toen haar zoon 112 niet kon bereiken, omdat het systeem overbelast was.

Schrijvers hoopt dat er lessen uit worden getrokken. "Het kan niet de bedoeling zijn dat een alarmcentrale overbelast raakt bij een stroomstoring. Hopelijk is het eens maar nooit meer."

Overloop

Dat de meldkamer van het alarmnummer overbelast raakte, verbaast hem niet. Schrijvers legt uit dat de 112-oproepen van mobiele telefoons altijd bij de landelijke meldkamer in Driebergen terechtkomen. Die verbindt vervolgens het telefoontje door naar een regionale meldkamer die de politie of een ambulance op pad stuurt. Belt iemand met een vaste lijn, dan komt hij direct bij de regionale meldkamer terecht.

Schrijvers pleit voor een 'overloop', zodat bij drukte de mobiele gesprekken automatisch worden doorverbonden naar een meldkamer waar het rustiger is.

Daarnaast vindt hij het vreemd dat er nog niet op basis van zendmasten wordt gekeken waar iemand is, zodat de landelijke meldkamer er niet meer tussen hoeft te zitten. "De techniek hiervoor ligt klaar. Het verbaast me dat dit er nog niet is."

Een grote stroomstoring zoals die in Amsterdam van gisteren, komt niet heel vaak voor. Toch maakt Schrijvers zich zorgen. "Als we de kranten lezen, weten we dat er in Europa wel vaker calamiteiten zijn zoals stroomuitval, een terroristische aanslag of een groot treinongeluk. Dat creëert enorm veel telefoontjes, iedereen gaat meteen met zijn mobiel het alarmnummer bellen."

Een ander punt waar de deskundige zich druk om maakt, is dat de inzet van de hulpdiensten soms wordt bepaald door het aantal telefoontjes dat binnenkomt. "Soms wordt er bij een vrij klein verkeersongeluk wel veertig keer de politie gebeld, vroeger was dat één of twee keer. Het is dan belangrijk dat er goed geluisterd wordt, zodat ze niet naar een klein incident drie politieauto's en vier ambulances sturen, alleen omdat er veel telefoontjes binnenkwamen."