Slepend conflict over bodycam voor politiekorps Boston

Een Amerikaanse politievakbond is naar de rechter gestapt om in Boston een proef tegen te houden met het gebruik van een bodycam door agenten. Het stadsbestuur en de leiding van het korps willen op 1 september beginnen met een proef van een half jaar met cameraatjes die gebeurtenissen en het handelen van agenten vastleggen.

De bond noemt als belangrijkste bezwaar dat de proef niet op vrijwillige basis is, terwijl dat wel was toegezegd in langdurige onderhandelingen. Omdat niemand zich als vrijwilliger heeft gemeld, heeft de korpsleiding in Boston honderd politiemensen aangewezen voor de proef.

De afgelopen week kregen die honderd agenten de eerste instructies en training voor het gebruik van de bodycam. Mensenrechtenactivisten en andere voorstanders dringen al sinds 2014 aan op meer bodycams bij de politie. In dat jaar werd in Ferguson, een voorstad van St. Louis, de tiener Michael Brown op straat doodgeschoten door een agent.

Discriminatie

De dood van Brown leidde tot veel protesten en geweld tegen de politie. Onderzoekers constateerden later dat de politie van Ferguson jarenlang stelselmatig discrimineerde op huidskleur en buitensporig geweld gebruikte tegen zwarten.

De politievakbond in Boston ziet niets in de bodycams en zegt dat het werk van de agenten er onveiliger door wordt. Uit onderzoek zou zijn gebleken dat een agent met een bodycam 15% meer risico loopt op agressie van het publiek dan een agent zonder camera. De bond ziet meer in zwaardere wapens en betere veiligheidsvesten voor agenten.

De stad Boston en het korps zeggen dat voor de proef met de bodycams een zorgvuldige verdeling naar huidskleur en afkomst is gemaakt. Van de honderd agenten die voor de proef zijn aangewezen zijn er 55 wit, 29 zwart. Verder zijn dertien latino's en drie Aziaten geselecteerd.