NOS Nieuws

Na de vlucht: Belal wil zich weer nuttig maken

Belal (28, arts), Layali (22) verpleegster en hun zoon Muhammad (4 maanden) komen uit Damascus. Ze wonen nu in de noodopvang in Krimpen aan den IJssel.

"We werden opgevangen op veel verschillende opvanglocaties: Ter Apel, Zeist, Hasselt, Zwolle, Vriezenveen, Franeker, Krimpen aan den IJssel, Luttelgeest. Nu zijn we voor langere tijd weer in Krimpen aan den IJssel. Het wachten op een verblijfsvergunning is heel frustrerend. Om me heen zie ik allemaal mensen een vergunning krijgen. Ook mensen die veel later dan wij naar Nederland zijn gekomen. Er wordt iedere keer gezegd: heb geduld, er zijn zo veel mensen dat we niet alle asielverzoeken snel kunnen verwerken. Wacht tot volgend jaar."

"We waren in afwachting van ons eerste kind. En je wilt het beste voor je kind. Het is zwaar dat je hem niet alles kunt geven, zoals melk. Hij heeft extra melk nodig, maar dat is zo duur. Dat kan ik niet betalen. Hij is al geregistreerd in Nederland. Bij de gemeente schreven ze over hem: 'nationaliteit onbekend'. Dat deed pijn. Ik ben Syriër. Ik wil niet tegen mijn kind moeten zeggen dat hij 'onbekend' is en dat er geen land is waar hij naartoe kan gaan. Ik wil niet dat hij meemaakt wat wij meemaken. Ik wil een beter leven voor hem dan wij hadden."

Belal uit Syrië: ik wil mensen beter maken, niet doden

"Ik wil meedoen in deze samenleving. Nederland is een heel vriendelijk land. Ik heb veel vrienden gemaakt die me willen helpen, maar dat kan niet zonder verblijfsvergunning. Ik moet eerst wachten tot ik een status heb. Iedere week moest ik terugkomen naar de opvang, voor vingerafdrukken. Ik wilde liever met mijn hoogzwangere vrouw bij mijn ouders blijven, die in Dordrecht wonen."

"Mijn advocaat zei onlangs dat het nog negen maanden kan duren voordat we weten of we mogen blijven. Dat is heel frustrerend. Bij anderen zie ik dat het uiteindelijk maar twee tot drie maanden heeft geduurd. Ik ben boos omdat ik niet goed genoeg voor mijn baby kan zorgen. Ik kan mijn studie niet afronden. Ik was dokter. Ik was bezig met mijn chirurgenopleidingen. Ik wil die studie afronden en mezelf nuttig maken, in plaats van thuis zitten. Ik wil als mijn vrouw en kind in veiligheid zijn voor het Rode Kruis gaan werken in vluchtelingenkampen."

Mijn baan is mensen gezond maken, niet doden.

Belal Alrefaei (27) uit Syrië

"Teruggaan naar Syrië kan niet. Dan zul je nooit meer iets van me horen. Ik ben gevlucht voor de militairen. Als je tussen de 18 en 40 bent, moet je vechten in het leger. Dat wil ik niet. Mijn baan is mensen gezond maken, niet doden."

"Ik heb er nu spijt van dat ik naar Nederland ben gekomen. Mijn neef is naar een ander land gegaan. Hij heeft dezelfde opleiding als ik. Hij heeft al een verblijfsvergunning en heeft al werk. Hij is ook zijn specialisme aan het afronden. Ook andere gevluchte artsen die ik ken zijn al verder, ze hebben al werk of zijn in ieder geval met een taalcursus bezig."

De dag na onze opname kregen Belal en zijn vrouw te horen dat ze een status hebben gekregen. Ze mogen in Dordrecht gaan wonen, vlak bij de ouders van Belal.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl