'Gestolen Amerikaanse wapens overspoelen zwarte markt'

Jordaanse inlichtingenofficieren hebben op grote schaal Amerikaanse wapens gestolen die bedoeld waren voor Syrische rebellen. De wapens werden daarna verkocht aan wapenhandelaren die ze weer doorverkochten op de zwarte markt. Dat is naar voren gekomen uit een gezamenlijk onderzoek van The New York Times en Al Jazeera.

De Amerikanen en enkele andere inlichtingendiensten uit het Midden-Oosten begonnen in 2013 in Jordanië een geheim programma om Syrische rebellen te trainen voor hun strijd tegen het regime van Assad. De CIA en Saudi-Arabië stuurden daarvoor wapens naar Jordanië, waar die achterover werden gedrukt.

Enkele van de wapens zijn later gebruikt bij een schietpartij in Amman waarbij twee Amerikanen en drie anderen werden gedood, volgens een FBI-onderzoek. Dat blijkt uit de serienummers op de wapens.

Kalasjnikov

De gestolen wapens zouden miljoenen waard zijn. Het zou gaan om onder meer kalasjnikovs en mortieren. De diefstal stopte nadat zowel de VS als Saudi-Arabië zijn beklag had gedaan bij de Jordaanse regering. Toen was er al sprake van een behoorlijke toestroom van wapens naar de zwarte markt, volgens de krant.

Volgens de media zijn de betrokken officieren uiteindelijk gepakt en moesten ze ontslag nemen. Het geld dat ze met de verkoop verdienden en hun pensioenen mochten ze houden, volgens Jordaanse bronnen.

De CIA en de FBI willen niet reageren. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken wil slechts kwijt dat de relatie met Jordanië "stevig" blijft. De Jordaanse minister voor Media zegt dat het absoluut niet klopt dat Jordaanse inlichtingenofficieren betrokken zijn bij de diefstal.