Amnesty veroordeelt 'martelcontainers' in Zuid-Sudan

In Zuid-Sudan worden tientallen burgers onder erbarmelijke omstandigheden vastgehouden in containers. Die beschuldiging doet Amnesty International aan het adres van de Zuid-Sudanese autoriteiten. De mensenrechtenorganisatie zegt dat de behandeling van de gevangenen gelijkstaat aan marteling.

Amnesty heeft onder meer satellietbeelden bekeken en concludeert dat er op zo'n 20 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Juba vier metalen containers staan, waar tientallen gevangenen vastzitten zonder proces. De containers hebben nauwelijks ventilatie en de gevangenen krijgen maar een of twee keer per week eten en veel te weinig water, stelt Amnesty. Militairen zouden de gevangenen geregeld mishandelen.

De meeste gevangenen zijn volgens Amnesty burgers die ervan verdacht worden banden te hebben met een voormalige rebellenbeweging die nu deel uitmaakt van een regering van nationale eenheid. Amnesty International roept president Salva Kiir op om in te grijpen en het detentiecentrum onmiddellijk te sluiten.

Burgeroorlog

Twee maanden geleden bracht Amnesty soortgelijke beschuldigingen naar buiten. Toen zouden tientallen mannen en jongens zijn opgesloten in containers, met het doel om ze te verstikken. De lichamen werden daarna gedumpt.

In Zuid-Sudan, het jongste land ter wereld, brak eind 2013 een burgeroorlog uit door een conflict tussen president Kiir en zijn voormalige vice-president Riek Machar. Er kwamen tienduizenden mensen om het leven en zo'n 2,3 miljoen mensen sloegen op de vlucht. Onder internationale druk werd vorig jaar een vredesovereenkomst gesloten en in april trad een regering van nationale eenheid aan.