Bangladesh executeert moslimleider Nizami
In Bangladesh is de islamitische leider Motiur Rahman Nizami (73) opgehangen. Hij had de doodstraf gekregen voor oorlogsmisdaden die hij in 1971 had gepleegd tijdens de onafhankelijkheidsoorlog. Bangladesh, dat toen Oost-Pakistan heette, maakte zich toen met steun van India los van Pakistan.
Het vonnis is voltrokken in de centrale gevangenis in de hoofdstad Dhaka, nadat het hoogste rechtscollege vorige week Nizami's laatste beroepsmogelijkheid had afgewezen. De moslimleider was ter dood veroordeeld door een speciaal tribunaal dat genocide, verkrachtingen en de massamoord op intellectuelen tijdens de oorlog onderzoekt.
In januari bekrachtigde het hooggerechtshof de doodstraf van Nizami.
Nizami ging na de onafhankelijkheidsoorlog een tijd in ballingschap, maar keerde later terug naar Bangladesh en werd politicus. Hij was de leider van Jamaat-e-Islami, de grootste islamitische partij in Bangladesh.
In Dhaka en andere grote steden zijn duizenden politiemensen en grensbewakers opgeroepen om te voorkomen dat er rellen uitbreken. In de hoofdstad liepen afgelopen week de spanningen al op in het zicht van de executie.
Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in 1971 richtten Pakistaanse militairen met behulp van islamitische milities een bloedbad aan, waarbij honderdduizenden mensen werden gedood. Sommige bronnen spreken van drie miljoen slachtoffers. De slachtoffers waren vooral hindoes, die een minderheid vormden in het land.