Staat in beroep in verkrachtingszaak Nederlands-Indië

De Staat is in beroep gegaan tegen het vonnis van de rechtbank in de zaak van een vrouw die in 1949 door Nederlandse militairen in Nederlands-Indië is verkracht.

De rechtbank in Den Haag bepaalde in januari dat Nederland aansprakelijk is voor de verkrachting van de destijds 18-jarige vrouw. De rechters kenden haar een schadevergoeding van 7500 euro toe. Nederland zal die wel uitbetalen, ondanks het hoger beroep.

Verjaring

Volgens een woordvoerder van het ministerie van Defensie wordt het hoger beroep ingegeven vanuit juridische overwegingen. "Het betreft nadrukkelijk niet de morele kant van de verkrachtingszaak", zegt de woordvoerder.

Het is voor het eerst dat de Staat in beroep gaat tegen een uitspraak over oorlogsmisdrijven in het voormalige Nederlands-Indië. Nederland is al eerder veroordeeld voor executies in onder meer Rawagede en Peniwen en legde zich bij die vonnissen neer.

Zuiveringsactie

In januari bepaalde de rechtbank dat is bewezen dat de vrouw in het dorp Peniwen op Java onder bedreiging van een wapen door meerdere soldaten is verkracht. Nederlandse militairen voerden in het dorp in februari 1949 een zuiveringsactie uit. Tijdens deze actie schoten Nederlandse militairen een aantal mensen dood, onder wie drie verplegers en twee patiënten van een ziekenhuis.

Ook werden enkele vrouwen verkracht. Een van deze slachtoffers is de inmiddels hoogbejaarde Tremini, die nog steeds in het dorp woont. Advocate Liesbeth Zegveld had namens haar een schadevergoeding van 50.000 euro geëist.

Het was de eerste keer dat een rechtbank zich uitsprak over de aansprakelijkheid van Nederland voor andere oorlogsmisdrijven dan executies.