Een Russisch pantservoertuig met een Buk-raketsysteem
NOS Nieuws

Onderzoeksgroep: twintig Russen in beeld voor neerhalen MH17

  • Jikke Zijlstra

    Redacteur

  • Michael de Smit

    Verslaggever

  • Jikke Zijlstra

    Redacteur

  • Michael de Smit

    Verslaggever

Het aantal mensen dat in beeld is voor het neerhalen van vlucht MH17 is teruggebracht tot zo'n twintig Russische militairen. Zij weten wie van hen op 17 juli 2014 de Buk-raket afvuurde op het toestel van Malaysia Airlines.

Dat zegt Eliot Higgins, de oprichter van het internationale onderzoekscollectief Bellingcat in een interview met de NOS. Het netwerk van burgerjournalisten spoorde via sociale media en andere openbare internetbronnen de militairen op.

Een uitgebreid rapport met daarin hun namen en foto’s heeft Bellingcat twee weken geleden aan het Nederlandse Openbaar Ministerie gegeven. Dat leidt het Joint Investigation Team (JIT) dat het strafrechtelijk onderzoek doet naar de ramp met de MH17.

Bellingcat: Dit zijn de daders

Het OM zegt de informatie van Bellingcat te hebben ontvangen. Alle namen en andere gegevens zullen door het JIT "serieus worden bekeken, onderzocht en beoordeeld op bruikbaarheid voor het strafrechtelijk onderzoek", zegt een woordvoerder.

Bellingcat werkt samen met de JIT-onderzoekers uit Nederland, België, Maleisië, Oekraïne en Australië. Higgins en andere medewerkers hebben tijdens gesprekken informatie aan het JIT gegeven. Ook is Higgins twee keer als getuige gehoord: afgelopen zomer en in het najaar van 2014.

53ste Brigade

Het afgelopen jaar ontdekte Bellingcat welke eenheid de Russische Buk-raketinstallatie, die vlucht MH17 in 2014 neerhaalde, naar Oekraïne transporteerde: dat was het Tweede Bataljon van de 53ste Luchtafweerraketbrigade, afkomstig uit de omgeving van Koersk in Rusland. Het Bataljon bestond uit ongeveer honderd militairen, maar Bellingcat wist de groep betrokkenen terug te brengen tot pakweg twintig militairen.

Een van hen is Sergey M., de commandant van de 53e brigade. Vanwege zijn functie heeft hij "zeker een rol gespeeld bij het neerhalen van vlucht MH17, omdat zijn brigade het 'wapen' heeft geleverd", aldus Bellingcat.

Andere betrokkenen zijn Dmitry T., de commandant van het Tweede Bataljon, en negen luitenants die in 2014 binnen het bataljon de leiding hadden over Buk-luchtafweerraketsystemen. Ook zijn enkele "zeer ervaren militairen" in beeld die opgeleid waren om een Buk-raketinstallatie te bedienen.

53rd Anti-Aircraft Missile Brigade - Kursk

"Zij moeten weten wie van hen op de knop heeft gedrukt. Zij moeten ook weten wie de orders heeft gegeven voor het afschieten van de raket”, vertelt Higgins vanuit zijn kleine kantoor in Leicester. Bellingcat weet precies wie deze mannen zijn. "We hebben hun foto’s en namen en bergen met andere informatie die online van ze te vinden is."

Higgins deed het onderzoek samen met elf vrijwilligers uit allerlei landen, waaronder Nederland, Duitsland, Polen en de Verenigde Staten. Een jaar lang struinden zij sites af, zoals Instagram, Twitter en VKontakte, het Russische Facebook.

Via presentielijsten, berichten, filmpjes en foto’s konden ze de structuur van de 53ste Brigade en het Tweede Bataljon in kaart brengen, inclusief de namen van de militairen.

Bellingcat: 20 Russische soldaten betrokken bij het neerschieten MH17

Bellingcat stuurde het volledige onderzoek eind december naar het JIT. "De onderzoekers vertellen niet wat ze met onze informatie doen. Maar ze hebben eerder aangegeven er blij mee te zijn en ons serieus te nemen."

"Dat is ook wel te merken, want het JIT heeft onze ontdekking van de dieplader waarop de Russische Buk-raketinstallatie wordt vervoerd zelfs gebruikt in een online getuigenoproep." De oproep werd gedaan in een Russischtalige video met Engelse ondertiteling.

Gevoelig

Binnenkort plaatst Bellingcat een geanonimiseerde versie van het onderzoek naar de 53ste Brigade op de site. Namen en foto's van de militairen worden weggelaten, om te voorkomen dat bewijsmateriaal offline wordt gehaald door diezelfde militairen.

"Zij kunnen hun sociale media-profiel weghalen en andere sporen wissen. Op die manier zouden we het strafrechtelijk onderzoek in gevaar kunnen brengen. Dat is het laatste wat we willen", aldus Higgins.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl