Herma Meijer reed bij het eerste WK allround op de wonderbaan in Calgary (1990) naar de vierde plaats in het eindklassement. Daarmee was ze de beste Nederlandse destijds.
NOS Schaatsen

WK's in Calgary altijd goed voor verrassingen

De allrounders komen dit weekeinde pas voor de vijfde keer in actie op de 'wonderbaan' van Calgary om de wereldtitels te verdelen. De voorgaande vier keer gebeurde er op het Canadese superijs altijd wel iets bijzonders.

Jacqueline Börner stapte in 1990 - twee jaar na de verrassende 'goldrush' van Yvonne van Gennip tijdens de Olympische Spelen - als eerste wereldkampioene allround van het ijs in Calgary. Twee jaar later - het WK allround voor mannen en vrouwen werd toen nog gescheiden afgewerkt - was Roberto Sighel in Calgary de eerste Italiaan die zich tot 's werelds beste allrounder liet kronen.

Eén Nederlandse wereldkampioene

De WK allround keerden daarna pas weer in 2006 en 2011 terug in Calgary, toen wel met een gezamenlijke titelstrijd voor mannen en vrouwen. Alleen Ireen Wüst lukte het in 2011 voor Nederland de wereldtitel te grijpen.

In 2006 heerste de Canadese Cindy Klassen op ongeëvenaarde wijze, met vier afstandszeges en wereldsrecords op de 3.000 meter en het puntentotaal. De nummer twee schaatste ze op bijna vier punten. Shani Davis werd zonder een echt gevecht wereldkampioen, want zijn Amerikaanse rivaal Chad Hedrick sneed op de tien kilometer een bocht af en werd gediskwalificeerd. Ivan Skobrev won nooit een grote prijs tot 2011, toen de Rus ineens de beste was op de EK en WK allround.

WK's allround Calgary opmerkelijke momenten

Herma Meijer behoorde tot de Nederlandse vrouwenploeg die in 1990 als eerste op het Canadese 'wonderijs' mocht strijden om de mondiale allroundtitel. De pas 20-jarige Assense was er een keer eerder geweest en bewaart mooie herinneringen aan Calgary.

Ze had in 1990 een topjaar, werd nationaal kampioene allround, vierde op de EK allround, vijfde op de WK sprint en uiteindelijk vierde op WK allround in Calgary. Meijer nam met zilver op de 500 meter wel een afstandsmedaille mee uit Calgary.

Vergeten toernooi

"Mijn insteek was echter goud, want op de EK allround had ik de 500 meter gewonnen. In Calgary reed ik echter een slechte sprint. Waarschijnlijk omdat op het laatste moment het aanvangstijdstip naar vroeg in de morgen werd verplaatst. Ik stond om vijf uur op voor de warming-up. Er werden dat toernooi ook heel weinig persoonlijke records gereden'', herinnert Meijer zich. "Jacqueline Börner won verrassend. Het is haar enige wereldtitel allround. Ze behoorde tot de Oost-Duitse overheersing in die jaren."

Meijer spreekt tegelijkertijd van een 'vergeten toernooi'. "De vrouwen hingen er in die tijd maar wat bij. De NOS zond niets uit, ik geloof dat alleen Eurosport beelden liet zien. Om daar op het ijs te staan, was gaaf. In die tijd waren er maar drie overdekte banen: Calgary, Thialf en Berlijn. De meeste wedstrijden waren buiten. De baan in Canada was het summum voor elke schaatser. Je had het gevoel over het ijs te vliegen, met ongelooflijke snelheden. Een heel bijzonder gevoel."

Eerste mannentoernooi

Net als Meijer kan Thomas Bos zich het eerste WK allround voor mannen in Calgary nog redelijk herinneren. De Hagenaar eindigde als vierde, ondanks een val op de 10 kilometer in de eerste bocht. "Ik had op die afstand een wereldrecord moeten rijden om nog op het podium te komen en ik voelde me daar wel toe in staat. Alleen die inhaalrace na mijn val kostte veel kracht", zegt hij nu.

Thomas Bos maakte een merkwaardige val op de 10.000 meter tijdens het WK allround in Calgary in 1992, het eerste voor de mannen op het Canadese ijs. Hij werd vierde in het eindklassement.

In 1992 werd Roberto Sighel de eerste Italiaan die in het schaatsen een groot titeltoernooi won. Dat gebeurde na de Olympische Spelen in Albertville, waar hij niet uitblonk. Ook op het EK in 1992 was hij slechts achtste. Bos: "Ik was zwaar ziek geweest voor Albertville en was wel blij met dat WK in Calgary, waar ik me ternauwernood voor plaatste. Falko Zandstra was favoriet, met Johann Olav Koss. Sighel was verrassend.''

Lichte mannen in het voordeel

Bos reed na de WK nog een wereldrecord op dezelfde baan op de 3.000 meter. Dat bleef vier jaar staan, tot Bob de Jong er op klapschaatsen onder dook. "We waren er een keer eerder geweest. Toen had ik al iets van 'wat gebeurt hier'. Ik had het gevoel dat één slag voldoende was om een rondje te rijden. Ik reed daar een ronde 25,1 seconden. Als Hein Otterspeer er nu in de training een rondje 24,9 schaatst, geeft dat wel aan dat ik daar ook snel was."

Volgens Bos, tegenwoordig ondernemer en lid van de selectiecommissie langebaan van de KNSB, hadden zwaardere jongens het lastiger op het ijs van Calgary. "Rintje Ritsma had er bijvoorbeeld moeite mee, maar ook zesvoudig wereldkampioen sprint Igor Zjelezovski. Voor zo'n lichte schaatser als Jochem Uytdehaage was de baan in Salt Lake City weer op zijn lijf geschreven. Er zijn in Calgary wel vaker verrassende kampioenen opgestaan. Ivan Skobrev bijvoorbeeld in 2011."

Op laaglandbanen kunnen schaatsers op de langere afstanden meer verloren terrein goedmaken dan op een hooggelegen baan als Calgary.

Ab Krook

Ab Krook was de coach van Falko Zandstra, die in 1992 naast de wereldtitel greep in Calgary. De oud-bondscoach heeft wel een idee waarom Calgary bij het allrounden wel eens verrassende kampioenen oplevert. "Het is niet dé reden, maar een bijkomstigheid. Schaatsers kunnen op laaglandbanen op de langere afstanden meer verloren terrein goedmaken dan op een hooggelegen baan als Calgary. Daar kunnen schaatsers toch langer volgen op zo'n langere afstand, is het lastiger een groot gat te slaan."

Meer echte allrounders

Volgens Krook waren er in de eerste jaren van Calgary ook meer echte allrounders dan nu, wat verrassingen in de hand werkte.

"Nederland heeft altijd goede allrounders gehad, maar olympische medailles hebben nu veel meer waarde. Dus is er meer specialisatie. In de eerste jaren dat Calgary er was, keek iedereen nog vooral naar EK's en WK's. Je had naast de Nederlanders sterke allrounders als Koss, Eric Flaim, Michael Hadschieff, Tomas Gustafsson. Sighel, Geir Karlstad", trekt Krook nog een vergelijking.

De aantrekkingskracht van het superijs was groot, zegt Krook. "Calgary maakte indruk. Op iedereen. Alles ademde daar sport uit. De Nederlanders trainden er echter nooit lang destijds. Salt Lake City is inmiddels sneller. Maar in de jaren negentig was zo'n snelle baan als Calgary een bijzonderheid. Iedereen wilde er schaatsen, wilde de sensatie meemaken. Maar in 1992 was Sighel gewoon de beste op dat moment."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl