UMC Groningen klaar voor ebola

Door redacteur gezondheidszorg Rinke van den Brink

Het UMCG in Groningen heeft de afgelopen weken meer dan 200.000 euro uitgegeven om het ziekenhuis optimaal voor te bereiden op de mogelijke komst van een patiënt met ebola. Zo'n patiënt trekt een enorme wissel op de logistiek van het ziekenhuis.

Begin juli is de afdeling medische microbiologie en infectiepreventie van het UMCG begonnen met concrete voorbereidingen op de komst van een of meer patiënten met ebola.

Daarbij kwam de ervaring van het hoofd van de afdeling professor Alexander Friedrich met het Lassa-virus goed van pas. Friedrich was in 2000 in Würzburg en in 2006 in Münster betrokken bij de behandeling van een patiënt met het Lassa-virus. Bij dat virus is precies dezelfde aanpak nodig als bij ebola.

Tank

Zodra zich een patiënt met ebola aandient in het UMCG wordt de afdeling voor infectieziekten op de intensive care ontruimd. Patiënten die daar verblijven worden verhuisd. Een team bestaande uit een microbioloog, een viroloog, een deskundige infectiepreventie, een internist-infectioloog en de hoofdbehandelaar, bepaalt de gang van zaken.

De ic-afdeling waar een eventuele ebola-patiënt wordt opgenomen is nu tijdelijk losgekoppeld van het riool. Uitwerpselen en urine van de patiënten worden verzameld en chemisch bewerkt voor ze verbrand worden.

Over een paar weken wordt er een speciale tank geïnstalleerd waarin dit permanent gebeurt zodat er geen met ebola besmette uitwerpselen en urine in het riool komen.

Intensieve zorg

In de allereerste fase van de ziekte is meestal nog geen beademing nodig. Maar zodra de ziekte verergert wel. Dan volgen (ruim) twee weken dat de patiënt rond de klok heel intensieve zorg nodig heeft. Daarvoor zijn dagelijks 12 tot 15 artsen en verpleegkundigen nodig , zegt Alexander Friedrich.

Overleeft de patiënt, dan volgen nog enkele weken van minder intensieve verpleging. Sperma en urine van patiënten bevatten eerst nog hoge concentraties virusdeeltjes en kunnen nog tot zeven weken na het begin van de virusinfectie aangetoond worden. Of in die laatste fase de patiënt nog besmettelijk is, is onbekend. Na 7 weken kan een patiënt naar huis.

Beatrixoord

Alle contacten van een ebola-patiënt moeten ook gecontroleerd worden. Degenen die koorts hebben, maar (nog) geen ebola, zouden bijvoorbeeld naar Beatrixoord kunnen, het tbc-centrum van het UMCG. De meeste tbc-patiënten zouden dan in dat scenario tijdelijk elders in het ziekenhuis verpleegd kunnen worden. Alleen degenen met heel resistente vormen van tbc niet, vertelt Friedrich.

Het UMCG kan met het oog op het aantal bedden waarop patiënten beademd kunnen worden, in principe maar één ebola-patiënt tegelijk verzorgen.