"UCI bevoordeelt veldrijders België"

Nog voordat de eerste echte zandbulten en modderplassen overwonnen zijn, is er al ophef in het veldrijden. Een nieuwe UCI-regel zou de Belgen buitensporig bevoordelen. Althans, dat vind de Nederlandse bondscoach Johan Lammerts. "Dit gaat ten koste van de internationalisering van de sport."

Wat er veranderd is? De UCI kent vanaf het nieuwe wereldbekerseizoen alleen nog startbewijzen toe aan renners die in de topvijftig van de wereldranglijst staan. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen. "En er staan bijna twintig Belgen in de topvijftig", rekende Lammerts uit. "En acht Nederlanders."

"Ze willen met deze regel dat er meer renners gaan strijden om in de topvijftig te komen. Dat er meer renners mee gaan doen aan de internationale wedstrijden, de crossen die qua niveau onder de wereldbeker zitten. Maar ik verwacht niet dat dat gaat gebeuren. Deze regel bevoordeelt alleen maar de Belgen."

Bij de start van het wereldbekerseizoen, zondag op de Cauberg in Limburg, staan dertien van die Belgen aan de start. Met de kanttekening dat ze niet in een nationaal shirt rijden, maar uitkomen voor hun eigen ploeg.

"Belgische profs verdienen het"

Lammerts heeft zijn beklag al gedaan bij de UCI, maar kreeg nul op het rekest. "Wij zijn het uiteraard niet eens met Johan", reageert UCI-coördinator Peter van den Abbeele op de kritiek. "De regel is bedoeld om de topvijftig te beschermen. Maar ook om de strijd daaronder te vergroten. De topvijftig gaat aantrekkelijk worden voor alle renners. Ze gaan op puntenjacht. Ze zullen bijvoorbeeld eerder aan kleinere koersen in het buitenland mee willen doen om punten te verdienen."

Toch kan de internationale wielerunie niet om de positieve gevolgen voor België heen. "Er komen inderdaad meer Belgen aan de start. Daar heeft Johan een punt. Dat kunnen we niet ontkennen. Maar die dertien die starten in Valkenburg zijn wel allemaal profs. Ze staan in de topvijftig en ze verdienen het om mee te doen. Bovendien kan elke federatie het aantal mannen aanvullen tot acht, ongeacht of ze in de topvijftig staan."

Koksijde

Er staan ook beloften in de topvijftig, zoals bijvoorbeeld de negentienjarige Nederlander Mathieu van der Poel (achtste). Maar ook vijf talentvolle Belgen. En zodra er geen beloftekoers wordt georganiseerd in een wereldbekerweekeinde, zoals bijvoorbeeld in Koksijde in november, mogen zij meedoen bij de elite. Met als gevolg dat er op 21 november in Koksijde waarschijnlijk achttien Belgen aan het vertrek staan.

Saillant detail: het was juist op het wereldkampioenschap in Koksijde waar de suprematie van de Belgen pijnlijk duidelijk werd in 2012. In de topzeven stonden zeven Belgen.

Vrouwen

Niet alleen bij de mannen verandert er veel. Door een aantal afzeggingen - Marianne Vos last bijvoorbeeld een rustperiode in - start Nederland met slechts vijf vrouwen. "En van de tien Amerikaanse dames in de topvijftig, zullen er hooguit twee de oversteek maken. Dus bij de vrouwen daalt het deelnemersveld", is de overtuiging van Lammerts, die het jammer vindt dat hij de startplek van bijvoorbeeld Vos niet mag inzetten voor een Nederlands talent dat buiten die topvijftig staat.

"Daar hopen we natuurlijk niet op", reageert Van den Abbeele, "dat er weinig Amerikaanse dames aan de start verschijnen. Maar als dat zo is, is dat de realiteit. Daar zullen we het dan over moeten hebben. We zullen ook zeker evalueren aan het einde van het seizoen. Maar we kunnen natuurlijk niet afgerekend worden nog voordat de wedstrijden begonnen zijn. We moeten eerst het hele seizoen afwachten."