"Anti-pestprogramma's helpen wel"

Na het dodelijke steekincident op het Corbulo-college is de discussie over pesten weer opgelaaid. De gepeste 16-jarige Anthony stak zijn 15-jarige medeleerling Wesley neer, die overleed aan zijn verwondingen. Hebben programma's op scholen om pesten tegen te gaan wel zin?

Ja, zegt kinderpsychiater Peter Dijkshoorn, die programma's werken wel degelijk. "Er worden meer meldingen gedaan van pesten, er wordt meer over gepraat. Ik denk dat er minder kinderen worden gepest dan in het verleden. Maar het pesten gaat wel door. Het is een hardnekkig probleem."

Bij de vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs kwamen drie jaar geleden 1362 meldingen van pesten binnen. In 2013 was dat aantal gestegen naar 1729. Dus er worden inderdaad meer gevallen van pesten gemeld en er is meer aandacht voor. Maar we zijn er nog lang niet, stelt Dijkshoorn.

Wat zouden we nog meer kunnen doen?

"De kinderen moeten hulp zoeken bij een ggz-instelling. Dat gebeurt nu te weinig, denk ik."

Soms doen gepeste kinderen zichzelf iets aan. Nu doet een jongen iemand anders iets aan. Zijn het dezelfde kinderen?

"Je ziet bij pesten grofweg twee reacties. De ene groep trekt zich terug, wordt somber, blijft thuis, krijgt lichamelijke klachten, verzuimt van school, gaat misschien zichzelf ook wat aandoen. De andere groep vindt voor zichzelf een 'oplossing', en dat is in agressie naar andere kinderen. Beide soorten gepeste kinderen kunnen bij een psycholoog terecht, zij het dat ze wel verschillende programma's aangeboden moeten krijgen."

Kunnen we pesten ooit uitbannen?

"Ik denk het niet. Ik denk dat er altijd wel pesterijen zullen blijven."