'Akkoord' moslims en dierenpartij

In Rotterdam hebben de moslimpartij NIDA en de lokale afdeling van de Partij voor de Dieren (PvdD) een gezamenlijke verklaring uitgegeven over het samenvallen van Dierendag en het islamitische Offerfeest. De partijen zeggen dat ze "bondgenoten" zijn in hun strijd voor meer dierenwelzijn.

Maar over de vraag of moslims morgen wel of geen dieren moeten offeren zijn de partijen het niet eens geworden, blijkt uit de verklaring, waarin verder vooral uitdrukkingen staan als 'samenwerking zoeken', 'gemeenschappelijke strijd' en 'een gezamenlijke stap'.

Geen moslimhaat

Eerder deze week deden dierenbeschermingsorganisaties een oproep aan moslims om tijdens het Offerfeest dit jaar geen dieren te slachten. Ze spraken van een "wrange samenloop van omstandigheden". In plaats van een dier slachten zouden moslims ook geld kunnen geven.

NIDA zegt dat die oproep duidelijk voortkomt uit dierenliefde en niet uit moslimhaat. De islamitische partij is het met de Partij voor de Dieren eens dat er meer aandacht moet komen voor dierenwelzijn.

Inspiratie

"Wat NIDA betreft niet door te stoppen met offeren, maar juist door extra stil te staan bij onze islamitische inspiratie van waaruit heel veel waarde wordt gehecht aan dierenwelzijn", zegt fractieleider Nourdin El Ouali.

Het Rotterdamse PvdD-raadslid Jeroen van der Lee zegt daar blij mee te zijn. "Hoewel de PvdD natuurlijk graag zou zien dat moslims geld offeren in plaats van dieren, beschouwen we de oproep van NIDA als een gezamenlijke stap vooruit in een meer ethische benadering van dieren."

Botte weigering

In de Tweede Kamer heeft de PVV vandaag op de valreep nog vragen gesteld aan minister Asscher (Sociale Zaken) en staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) over Dierendag.

De PVV wil onder meer weten of de bewindslieden ook van mening zijn dat "de botte weigering om het islamitische offerleed zelfs maar één dag uit te stellen, een grove belediging is voor de Nederlandse bevolking en hun traditie".