NOS WielrennenAangepast

Raadsels rondom dossier Boogerd

De dopingzaak rondom Michael Boogerd roept met de dag meer vragen op. Uit een persbericht van de Nederlandse Dopingautoriteit blijkt donderdag dat de UCI en de Belgische wielerbond al ruim een jaar over het dossier van de oud-renner beschikken, maar niets hebben gedaan.

De instanties in België, het land waarvoor Boogerd officieel uitkwam, wisten sinds juni 2013 dat zij aan zet waren, aangezien Boogerd jarenlang op een Belgische licentie koerste. En dat het dossier van de Nederlander sinds maart op de burelen van de UCI lag.

Toch gebeurde er niets. Tot 30 oktober 2013, de dag waarop de UCI het dossier van Boogerd overdroeg aan de Belgische wielerbond. De Nederlandse Dopingautoriteit werd hier destijds van op de hoogte gebracht. De laatste keer dat de Nederlandse Dopingautoriteit contact had met de Belgische bond was in november 2013, toen wederom vast kwam te staan dat de KBWB aan zet was.

Tien maanden niets

Toch duurt het nog tien maanden alvorens de bond bij monde van de aanklager, Jaak Fransen, contact opneemt met Boogerd. Woensdag stelde Fransen dat de KBWB echter pas recent vernam dat Boogerd jarenlang op een Belgische licentie reed. Hiermee spreekt hij de inhoud van de verklaring van de Dopingautoriteit tegen.

"We zijn destijds op het verkeerde been gezet doordat de Nederlandse dopingautoriteit in de media te kennen had gegeven dat sancties tot de mogelijkheden behoorden", stelt Fransen. Hij ging ervan uit dat Boogerd in Nederland woonde. "Nu blijkt dat hij op dat moment in België woonachtig was en een Belgische licentie had. Daarom zijn wij nu begonnen om stappen te ondernemen."

De hele verklaring van de Nederlandse Dopingautoriteit is terug te lezen via dit persbericht.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl