Kerkbezoek daalt verder
Het kerkbezoek in Nederland daalt verder, vooral onder katholieken. In 2010 ging nog 18 procent van alle godsdienstige Nederlanders minimaal een keer per maand naar de kerk, vorig jaar was dat gedaald naar 16,8 procent.
Uit cijfers van het CBS blijkt dat iets meer dan de helft (53%) van de Nederlandse volwassenen zich rekent tot een geloofsgemeenschap. In 1997 hingen nog zes op de tien volwassenen een geloof of levensbeschouwing aan.
Volgens het CBS beleven mensen het geloof tegenwoordig moderner. "Ze zijn vrijer met de invulling ervan. Vroeger moest je altijd op zondag naar de kerk, maar dat hoeft nu niet meer. Mensen kijken bijvoorbeeld naar kerkdiensten op televisie", zegt de hoofddemograaf van het CBS.
Grootste groep
De grootste groep is nog steeds katholiek (25%). Daarna volgen protestanten (16%) en moslims (5%). Zo'n 6 procent geeft aan een andere godsdienst of levensbeschouwing aan te hangen, waaronder boeddhisme, hindoeïsme of het jodendom.
Van de gereformeerden en leden van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) bezoekt 60 procent minstens een keer per maand de kerk. Bij moslims gaat 30 procent regelmatig naar de moskee. Van de katholieken bezocht slechts 17 procent een keer per maand een kerk in 2013.
Verschillen
Er zijn wel grote regionale verschillen. Zo gaat op Urk nog 94 procent regelmatig naar de kerk. Dat is niet zo gek, want het vissersdorp is volgens het CBS ook de gemeente met de meeste gelovigen.
Wat provincies betreft wonen in Limburg de meeste kerkelijken (78%), in Groningen de minste (37%).