WNF: helft minder wilde dieren
Sinds 1970 is het aantal wilde dieren wereldwijd gehalveerd. Dat staat in het Living Planet Report 2014 van het Wereld Natuur Fonds. Vooral zoetwaterdieren hebben het zwaar, stelt het WNF.
De belangrijkste oorzaken van de afname zijn vernietiging van het leefgebied, jacht, stroperij en overbevissing. Vooral in Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië gaat het volgens het WNF slecht met de biodiversiteit.
Tijgers
Het WNF constateert wel een aantal lichtpuntjes. Zo bleef de afname van de biodiversiteit in beschermde natuurgebieden beperkt tot 18 procent. Verder steeg het aantal tijgers in Nepal dankzij anti-stroperij-maatregelen met 63 procent, naar 200 dieren.
Twee jaar geleden werd de afname van het aantal wilde dieren nog vastgesteld op 32 procent. "Maar die percentages kun je niet met elkaar vergelijken," zegt WNF-directeur Van de Gronden. "We hebben onze meetmethoden in de loop der jaren verbeterd."
Nederland
Met de Nederlandse natuur gaat het volgens het WNF relatief goed. Sinds 1990 nam het aantal dieren in Nederland toe met ruim twintig procent. Het gaat dan vooral om vogels, zoogdieren en reptielen.
Toch wil Van de Gronden niet te vrolijk zijn. "De nadruk ligt op relatief," zegt hij. "Voor de jaren 90 is er in Nederland al heel veel natuur verdwenen."
Natuurherstel
Volgens de WNF-directeur moeten Nederland en andere Westerse landen zich vooral richten op natuurherstel. "Bijvoorbeeld door natuurgebieden beter te verbinden en landbouw meer te ecologiseren.
Het WNF stelt in het rapport dat Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië de vrije val in de terugloop aan diersoorten en planten een halt moeten toeroepen.
In het tweejaarlijkse rapport beschrijft het WNF de staat van de aarde. Daarvoor baseert de organisatie zich op wetenschappelijke publicaties en tellingen op het gebied van biodiversiteit.