NOS NieuwsAangepast

"Laat maar komen, die bommen"

Zeker tienduizenden vluchtelingen trokken afgelopen weekend de grens van Syrië naar Turkije over. In paniek vluchtten de Syriërs weg van de stad Kobani, die is omsingeld door de terreurbeweging Islamitische Staat. De hoop is nu gevestigd op de Amerikanen.

De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR had zo'n grote hoeveelheid vluchtelingen in zo'n kort tijdsbestek in jaren niet gezien. Ook de Turken werden verrast door de grote stroom aan vluchtelingen. "Het is een enorme last op schouders van Turkije", zegt NOS-correspondent Lucas Waagmeester. "Vluchtelingen trekken landinwaarts, de steden lopen vol. De Turken zijn daarom voorzichtig met het opnieuw opengooien van de grens. Het is als een ventiel dat af en toe eventjes wordt opengezet."

De Turken schatten volgens Waagmeester op dit moment in dat de situatie aan de andere kant van de grens houdbaar is. "Maar het kan haast niet anders dat veel burgers in Kobani nog in de problemen zitten. In de regio rondom Kobani woonden oorspronkelijk een paar honderdduizend mensen, in Kobani zelf 50.000. In potentie is de stroom vluchtelingen die gaat komen nog veel groter."

Slechte relatie

Van de Turken moet geen militair ingrijpen tegen IS worden verwacht, denkt Waagmeester. "Dan komen ze in een open oorlog met een militaire groep die honderden kilometers gebied in handen heeft vanaf de Turkse grens. Dat zou een heel grote wending zijn in dit conflict. En het zijn ook nog eens Koerden, minderheden waar het Turkse leger een hele slechte relatie mee heeft."

De Verenigde Staten zeiden eerder deze maand dat de aanvallen op IS "offensiever" zouden worden. Gehoopt wordt dat Obama toestemming geeft voor bombardementen tegen IS rondom Kobani. "Het is ongeveer de meest gebezigde zin hier op straat de afgelopen dagen: laat maar komen, die bommen. Laat Washington wat doen. Maar er zijn nog geen signalen uit Washington dat er iets op handen is."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl