Koning betaalde helft steiger zelf

Koning Willem-Alexander heeft de aanlegsteiger bij zijn vakantievilla in Griekenland voor de helft zelf betaald. Dat blijkt uit de overeenkomst (pdf) die de Nederlandse Staat in juni dit jaar sloot met de koning. De overeenkomst is openbaar gemaakt na vragen van D66-leider Alexander Pechtold. Wat de steiger, die voornamelijk voor beveiligingsdoeleinden is aangelegd, heeft gekost, is in de documenten onleesbaar gemaakt.

De staat wilde rond de villa een beveiligingshek plaatsen. De grond die daarvoor nodig was kon niet worden gekocht en moest daarom worden gepacht. In de overeenkomst is afgesproken dat de koning een deel van de pacht terugbetaalt als hij voor 2033 uit de woning vertrekt. De pachtkosten zijn 516.871 euro.

Dat bedrag is hoger dan bekend was. Eerder was er sprake van 461.000 euro die is betaald aan de eigenares van de gepachte grond. Het verschil komt volgens premier Rutte door de overdrachtsbelasting en de kosten voor het registreren van de akte.

Geschillenregeling

Op het terrein van de koning is ook een ruimte neergezet voor de beveiliging van de koning en zijn familie. In de overeenkomst is gedetailleerd vastgelegd hoe de kosten voor het onderhoud daarvan verdeeld zijn tussen de koning en Nederlandse overheid. Dat geldt ook voor de onderhoudskosten van de steiger en de kosten van de vaste telefoonlijnen die zijn aangelegd.

In Griekenland was de aanleg van de steiger omstreden. Een linkse partij stelde er in juni vragen over. Eerder liet premier Rutte al weten dat koning Willem-Alexander moet betalen als hij de steiger privé gebruikt.

In de overeenkomst is ook een geschillenregeling opgenomen. Bij een geschil tussen koning en Staat is afgesproken dat een commissie van drie deskundigen het geschil beslecht.