Bescheiden verleden en veel geld
Parijs vormt weer het middelpunt van het Franse voetbal. Met Paris Saint-Germain, dat twee jaar op rij de landstitel greep en woensdagavond Ajax treft in de groepsfase van de Champions League, beschikt het zelfs over een club die meetelt in Europa. En dat is lang anders geweest.
Paris Saint-Germain is een Europese topclub met een bescheiden verleden. De club zag pas het levenslicht in de zomer van 1970, toen Paris FC fuseerde met de net naar Division 2 gepromoveerde amateurs van Stade Paris-Germain.
Terwijl Ajax in die jaren aan de hand van Rinus Michels en Johan Cruijff de wereld veroverde, boekte Paris Saint-Germain in eigen land zijn eerste succes: de nieuwbakken club snelde naar het kampioenschap, promoveerde dus naar de hoogste klasse en werd een profclub.
Na wat strubbelingen in de gemeenteraad van Parijs viel PSG opnieuw terug in de rijen der amateurs. Voor korte duur: in 1974 was de terugkeer op het hoogste niveau alweer een feit. En daar verdween het nooit meer uit. Geen enkele andere Franse club speelde langer onafgebroken in Divison 1, die in 2002 Ligue 1 is gaan heten.
Eerste trofee
Onder voorzitter Francis Borelli, die er van 1978 tot 1991 de scepter zwaaide, won de club zijn eerste trofee: de Coupe de France in 1982. De bekerwinst bracht PSG automatisch ook Europees voetbal. Het toernooi voor bekerwinnaars eindigde pas in de kwartfinales.
Een nieuw hoogtepunt werd bereikt in 1986 met het binnenhalen van het landskampioenschap. De Franse titel kwam daarmee pas voor de tweede keer in de historie in de hoofdstad terecht. Precies vijftig jaar eerder had Racing Club de Paris de primeur voor zich opgeëist.
Tot de kampioensploeg behoorde onder anderen buitenspeler Pierre Vermeulen, de Limburger die daarvoor bij Roda JC, Feyenoord en MVV voetbalde. De vaandeldragers bij PSG waren echter middenvelder Luis Fernandez en de Bosniër Safet Susic, die in 2010 door het tijdschrift France Football werd uitgeroepen tot de beste speler in de geschiedenis van PSG en twee jaar later ook nog eens tot beste buitenlander ooit in de Ligue 1.
Canal+
In 1991 moest preses Borelli het veld ruimen toen de commerciële tv-zender Canal+ zijn intrede deed bij de club. Dankzij extra investeringen moest de ploeg beter kunnen concurreren met aartsrivaal Olympique Marseille.
Dat leidde in 1994 tot een tweede landstitel en in 1996 - onder oud-speler Fernandez - zelfs tot een Europees succes met het veroveren van de Europacup II, de Europese trofee voor bekerwinnaars.
In de finale werd dankzij een treffer van Bruno N'Gotty en met onder anderen doelman Bernard Lama, aanvaller Youri Djorkaeff en de Braziliaanse middenvelder Raí in de gelederen met 1-0 gewonnen van Rapid Wien. Een jaar later haalde PSG opnieuw de eindstrijd, maar dit keer was Barcelona te sterk.
Veel, heel veel geld
In de jaren die volgden was het weer behelpen met het voetbal in Parijs, ondanks de inbreng van toppers als de Nigeriaan Jay-Jay Okocha (1998-2002), de Braziliaan Ronaldinho (2001-2003) en de Portugees Pauleta (2003-2008).
Totdat in 2011 de club werd gekocht door Qatar Sports Investments waardoor er plots veel, heel veel geld beschikbaar kwam. De topaankopen vlogen in rap tempo over de toonbank. Zo werd de Argentijn Javier Pastore van Palermo met een cheque van 42 miljoen euro weggekaapt voor de neus van Real Madrid en Chelsea.
Met Carlo Ancelotti verscheen er halverwege het seizoen 2011/2012 bovendien een toptrainer voor de groep, waartoe ook de Italiaan Thiago Motta (Internazionale) en de Braziliaanse internationals Alex (Chelsea FC) en Maxwell (FC Barcelona) gingen behoren.
In de zomer van 2012 versterkten de Parijzenaars zich met de AC Milan-toppers Thiago Silva (42 miljoen euro) en Zlatan Ibrahimovic (25 miljoen) en Ezequiel Lavezzi (30 miljoen). Ook Ajacied Gregory van der Wiel verhuisde naar de Lichtstad.
Vorig jaar kwam daar voor het lieve sommetje van 63 miljoen euro de van Napoli afkomstige goaltjesdief Edinson Cavani bij, terwijl de afgelopen transferperiode 50 miljoen werd neergeteld voor de Braziliaanse verdediger David Luiz van Chelsea.
Hunkeren
Het mag geen verrassing heten dat Paris Saint-Germain, dat sinds 2013 getraind wordt door oud-international en -bondscoach Laurenc Blanc, de afgelopen twee seizoen andermaal de Franse titel voor zich opeiste. Maar in Parijs - en eigenlijk heel Frankrijk - hunkeren ze naar meer. Inderdaad: Europese triomfen.
Pas één keer mocht een Franse club zich laten kronen tot Europa's beste: in 1993 werd uitgerekend Olympique Marseille de eerste winnaar van de Champions League. En dat steekt best een beetje in Parijs...