NOS VoetbalAangepast

Mentaliteit hielp Zlatan er bovenop

Fluitconcerten waren zijn deel in zijn eerste jaar bij Ajax. Tien jaar later bestaat er geen enkele twijfel meer over zijn capaciteiten. Zlatan Ibrahimovic, die sinds zijn vertrek uit Amsterdam in 2004 uitgroeide tot een van de meest gevreesde aanvallers ter wereld, staat woensdag in het shirt van Paris Saint-Germain tegenover de club waar hij zijn internationale loopbaan begon.

De Arena verheugt zich, én siddert, bij de gedachte aan het weerzien met het Zweedse fenomeen. Het is de vierde keer sinds zijn vertrek bij Ajax dat Zlatan terugkeert in de Arena. In dienst van respectievelijk Juventus (september 2004) en AC Milan (oktober 2010) trad hij in de Champions League aan tegen zijn oude werkgever. Die beide duels eindigden in 1-1.

Minder plezier beleefde hij aan de EK-kwalificatiewedstrijd met het nationale elftal van Zweden (oktober 2010) in Amsterdam. Oranje overklaste die avond de Scandinaviërs met 4-1.

Miljoenenaankoop

De carrière van de inmiddels bijna 33-jarige Zweed heeft een enorme vlucht genomen. Maar daar zag het aanvankelijk helemaal niet naar uit. Tussen de acht en negen miljoen euro had Ajax in 2001 uitgetrokken om de 19-jarige Ibrahimovic weg te lokken bij Malmö FF, waar hij in veertig wedstrijden zestien keer had gescoord.

Ajax was op het spoor gebracht door 'Scandinavië-scout' John Steen Olsen, de Deense ex-prof die in de jaren zeventig voetbalde bij FC Utrecht en Feyenoord en sinds 1995 voor Ajax naar talenten speurt. Technisch directeur Leo Beenhakker trok de tip in de winterstop van het seizoen 2000/2001 na en was meteen overtuigd: deze spits was de vraagprijs dubbel en dwars waard.

Eigenzinnig

Daar bleek echter niets van. Het was natuurlijk mooi dat hij zijn eerste competitietreffer in het shirt van Ajax uitgerekend maakte tegen Feyenoord, maar van een indrukwekkende doelpuntenproductie was geen sprake. Acht doelpunten in dertig wedstrijden. En hij miste niet alleen de mooiste kansen, Ibrahimovic leek ook technisch niet mee te kunnen, zo vaak als de bal van zijn voeten sprong.

Was het zijn nog jeugdige leeftijd, gevoegd bij een nieuwe, vreemde omgeving? Deed de last van die toch forse transfersom zich voelen? Of had de eigenzinnige zoon van een Bosnische vader en een Kroatische moeder gewoon moeite met het voor hem nieuwe systeem van centrumaanvaller met twee vleugelspelers? Hoe dan ook, de kritiek was niet mals. Zelfs de eigen aanhang floot hem uit.

Ibrahimovic, die onder trainer Ronald Koeman regelmatig zijn plaats in de spits moest afstaan aan Mido, sloeg aan het piekeren in zijn woning in Diemen en voelde zich steeds ongelukkiger. Beenhakker hield er echter de moed in bij de jonge voetballer, zeker als de ervaren Rotterdammer ervan was dat de kwaliteiten van de Zweed vroeg of laat tot bloei zouden komen.

Enorme drive

"Toen hij binnenkwam bij Ajax", herinnert voormalig teammanager David Endt zich nog goed, "was Zlatan een speler met een apart karakter van wie een heleboel mensen toen zeiden: mwa... Ze vonden hem niet zo goed, niet zo geweldig als hij misschien wel leek op de training."

"Maar Zlatan had een enorme drive, een geweldige ambitie en motivatie, een honger om alles uit zijn carrière te halen. Hij wilde zilverwerk, hij wilde winnen, altijd wilde hij winnen." Dat lukte wél al in het eerste jaar. Ajax werd kampioen en won de beker dankzij een 'golden goal' in de finale tegen FC Utrecht.

Zijn mentaliteit hielp de Zweed er in Amsterdam pas echt bovenop. Met als eerste markeringspunt het met 2-1 gewonnen Champions Leagueduel met Olympique Lyon. Al na 34 minuten stond de thuisploeg op 2-0 door twee doelpunten van Ibrahimovic, die zich vanaf dat moment de onbetwiste spits van Ajax mocht noemen. Hij zou het seizoen afsluiten met 21 doelpunten in 42 wedstrijden, een moyenne een centrumaanvaller waardig.

Legendarisch

De jaargang erop kwam Ibrahimovic door een liesblessure minder aan spelen toe en bleef hij steken op 31 wedstrijden, waarin hij 15 keer scoorde. Zijn vierde seizoen in Ajax-dienst duurde precies drie wedstrijden: op 31 augustus, op de laatste dag van de transferperiode, verkocht de landskampioen hem voor het dubbele van zijn aankoopbedrag aan Juventus.

Kort voor zijn vertrek fabriceerde Ibrahimovic zijn legendarische doelpunt tegen NAC. In de Arena stuurde hij al kappend en draaiend een handvol Brabanders het bos in om vervolgens de bal onder zijn voet door te halen en met een schuiver te scoren. De treffer past naadloos in het inmiddels indrukwekkende oeuvre van de Zweed, die regelmatig voetbal tot kunst weet te verheffen.

Impuls

"Zijn genialiteit levert steeds iets fantastisch op", analyseert Endt. "Hij komt met geweldige vondsten, waarin intuïtie en het genie bij elkaar komen, waarin een wonder geschiedt, waarin kunst wordt geschapen zonder dat hij dat zelf beseft. Hij doet dat uit een impuls. Hij maakt doelpunten waarvan je blijvend kunt genieten. En dat is toch wat wij willen in het voetbal?"

Woensdagavond maar even niet, wat Ajax betreft. De Amsterdammers, die vier jaar geleden een treffer kregen te slikken van AC Milan-speler Ibrahimovic, hopen eindelijk weer eens met een overwinning beginnen aan de Champions League. Dat is niet meer gebeurd sinds... 2002, tegen Lyon.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl