Snoeks: 2006 was het hoogtepunt

Hij was lange tijd een van de vaste stemmen van het schaatsen bij de NOS. Maar na twintig jaar gaat Frank Snoeks zich meer richten op zijn werk als voetbalcommentator en stopt hij als schaatscommentator.

Een overzicht van de carrière van Snoeks als schaatscommentator in vier vragen.

Hoe werd je schaatscommentator bij de NOS?

"Ik kwam als voetbalcommentator binnen bij de NOS, maar er werd al direct van mij verwacht een bredere interesse te hebben. Die had ik met schaatsen. Omdat toenmalig schaatscommentator Heinze Bakker enkele onderdelen ging afstoten kreeg ik het marathonschaatsen op mijn bord."

Na twee jaar lang het marathonschaatsen onder zijn hoede te hebben gehad, kreeg Snoeks de mogelijkheid om commentator te worden bij het langebaanschaatsen. Sierd de Vos behoorde samen met Bakker, Ria Visser en Herbert Dijkstra tot het vaste kwartet van commentatoren.

"Maar op een dag trok Sierd de deur hard achter zich dicht. In die tijd kwam dat wel vaker voor en dan kwam Sierd een paar dagen later weer terug. Dan had Kees Jansma hem op zondag ontslagen of Sierd was zelf opgestapt, en dan werd hij maandag weer aangenomen. Maar dit keer kwam Sierd niet terug op maandag, en dinsdag was hij er nog niet. De NOS had toen vrij acuut iemand nodig en werd ik vaste commentator bij de langebaan."

Wat weet je nog van je eerste wedstrijd als schaatscommentator?

"Het WK sprint van 1995 in Milwaukee was mijn eerste grote toernooi. Ik mocht naar Amerika en stond te trappelen om daar het WK te mogen verslaan, dat leek mij geweldig. Uiteindelijk moest ik in Hilversum blijven alleen dat verliep vrij hopeloos. Op de beelden die wij kregen vanuit Amerika stonden geen rondetijden en eindtijden. Ik moest heel goed luisteren naar de speaker om er nog wat van te maken maar een droomdebuut was het zeker niet."

"Wat ik nog goed weet van dat eerste seizoen is dat het niet zo spraakmakend was. In het hele jaar was ik maar een keer getuige van een record. Dat was een persoonlijk record in de laatste wedstrijd van het seizoen."

Wat was voor jezelf het hoogtepunt in twintig jaar als schaatscommentator?

"Dan kom ik toch bij Marianne Timmer uit. Alleen dan niet bij haar gouden olympische medaille in Nagano in 1998. Dan denk ik eerder aan Turijn, acht jaar later."

"Ik volgde Timmer al sinds ze voor Jong Oranje uitkwam, ik heb haar zien komen en gaan. Het was nooit saai in het leven van Timmer, ze kende veel hoogte- en dieptepunten. De veerkracht die ze toonde door in 2006 weer goud te winnen op de 1.000 meter, een mirakel, was voor mij een absoluut hoogtepunt."

"Daarnaast kon ik in al die jaren altijd erg genieten van de 500 meters die ik heb mogen verslaan. Met de Japanners Hiroyasu Shimizu en Manabu Horii en de laatste jaren de broertjes Mulder en Jan Smeekens. Maar ik had in die tijd wel iets met Shimizu, ik was wel een beetje fan van hem. Hij trainde niet veel in de dagen voor een toernooi, maar was op de wedstrijddagen altijd supersnel."

Hoe zie je de toekomst van het schaatsen?

"Ik ben een liefhebber van de tien kilometer. De strijd tussen Jorrit Bergsma en Sven Kramer tijdens de Spelen in Sotsji was geweldig. Maar ik begrijp de mensen in het buitenland dat het voor hun niet zo interessant is."

"Een belangrijke stap die de schaatswereld kan zetten om dat te veranderen is om het programma van het schaatsseizoen aan te passen. Nu is het nog zo dat schaatsers sommige World Cup-wedstrijden kunnen laten schieten zonder consequenties. Het is te belachelijk voor woorden dat schaatsers na twee wedstrijden de zon opzoeken om daar te gaan trainen. Dan had je maar wielrenner moeten worden denk ik dan."

"Als het programma zo wordt aangepast dat de beste schaatsers geen alibi meer hebben en mee kunnen doen, dan gaat vanzelf het niveau omhoog."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl