Olieprijs daalt onder de 100 dollar

Ruwe olie wordt met de dag goedkoper. Voor het eerst in ruim een jaar is de prijs van een vat Noordzee-olie onder de 100 dollar gedaald. De olieprijs wordt gedrukt door een zwakkere economische groei en voldoende olieproductie en olievoorraden.

Olie is sinds het begin van de zomer 10 procent goedkoper. Voor een barrel Brent-olie, een vat van 159 liter, werd vanmorgen op de oliemarkt rond de 99,80 dollar betaald. Half juni was dat nog meer dan 115 dollar. In mei vorig jaar was de Noordzee-olie net zo goedkoop als nu.

Pomp

Aan de pomp zal er van de daling nog niet veel te merken zijn door het naijleffect. Ruwe olie legt een weg af via raffinage naar de pomp. Brandstofprijzen zijn afhankelijk van vraag en aanbod op de benzinemarkten in binnen- en buitenland, termijncontracten en de dollarkoers. Momenteel liggen de benzine- en de dieselprijs rond respectievelijk 1,75 euro en 1,45 euro voor een liter.

De daling van de brandstofprijzen is door accijnsverhogingen weer voor een deel tenietgedaan. Het kabinet zou bovendien vasthouden aan een nieuwe accijnsverhoging voor volgend jaar.

Energiebehoefte

Recente cijfers over economische groei, industriële productie, werkloosheid en import laten zien dat de economie in de Verenigde Staten en China het minder doet dan gedacht. Ook in Europa kwakkelt de economie.

Minder groei betekent dat de behoefte van bedrijven en consumenten aan energie afneemt. Bedrijven sluiten bijvoorbeeld minder of lagere energiecontracten af en de lagere vraag naar energie drukt de olieprijs.

De spanningen rond Oekraïne en Rusland hebben tot nu toe nog weinig of geen invloed gehad op de olieprijzen, maar het kan ook zomaar omslaan in stokkende olie- en gasaanvoer en dichtgedraaide kranen.

Olieministers

Tot nu toe heeft de burgeroorlog in Irak en de regio met het Islamitisch Kalifaat nog niet geleid tot onderbrekingen in de olieproductie uit de Golfregio. Komende woensdag komen de olieministers uit de Golf bijeen in Koeweit om te praten over IS en de Iraakse olieproductie.

De OPEC, de club van olieproducerende landen, stuurt met de olieproductie aan op een olieprijs van rond de 100 dollar voor een vat. Met die prijs proberen olieproducerende landen hun financiële inkomsten op peil te houden en hun enorme en vaak ambitieuze uitgaven voor bouw, infrastructuur en sociale zekerheid te dekken.

Een lagere prijs kan de olieproducenten aanzetten tot het beperken van de productie en investeringen van oliemaatschappijen afremmen.