Wetenschapsinstituut NWO zit krap

Wetenschappelijk instituut NWO erkent dat "financiële krapte" de reden is dat heel goede onderzoeksvoorstellen worden afgewezen. "De druk op het financieringssysteem is onmiskenbaar", zegt NWO. Het instituut heeft het ministerie van Onderwijs en de vereniging van universiteiten VSNU daarom gevraagd subsidies in kleinere stapjes te mogen uitbetalen in plaats van in een keer.

Ook gaat NWO proberen meer geld bij het ministerie los te krijgen voor wetenschappelijk onderzoek.

Voorspelbaar

NWO reageert hiermee op de felle brief van hoogleraar Willem Trommel in de Volkskrant van vanmorgen. Daarin beschrijft hij dat het voor de wetenschap heel moeilijk is om geld te krijgen voor een goed onderzoeksvoorstel: "Voorstellen met een voorspelbaar succes winnen het steeds vaker van de spannende aanvragen."

Volgens Trommel wordt negentig procent van alle aanvragen afgewezen. Ook zou jong talent weinig kans krijgen, omdat het verkrijgen van een subsidie lastiger wordt na een eerdere afwijzing.

NWO komt met andere cijfers: bij onderzoeksprogramma's voor jonge wetenschappers krijgt een kwart van de indieners subsidie. Bij vrije onderzoeksvoorstellen is dit een vijfde van alle verzoeken.

Onafhankelijk

Over de wijze van selectie zegt NWO dat onderzoeksvoorstellen worden bekeken door een team van wetenschappers. Dat is volgens NWO een goede manier van werken, omdat dit een onafhankelijke en zorgvuldige beoordeling garandeert. "De NWO ziet het ook als haar taak om te zorgen voor voldoende ruimte voor vrij en risicovol onderzoek."

Het instituut is verantwoordelijk voor het verdelen van overheidsgeld voor onderzoek in Nederland. NWO financiert ongeveer 20 procent van het onderzoek aan de universiteiten.

5000 aanvragen

De organisatie heeft 2700 medewerkers, van wie een aantal werkt bij aangesloten instituten. In totaal worden jaarlijks zo'n 5000 aanvragen van wetenschappers voor onderzoekssubsidie bekeken. NWO kondigt aan in 2015 een nieuwe strategie te presenteren voor het financieren van wetenschappelijk onderzoek.

Reageren? Mail Matthijs Holtrop: matthijs.holtrop@nos.nl