1,5 miljoen om IS-mijnen te ruimen

Minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking geeft 1,5 miljoen euro om in delen van Irak waar IS-strijders zijn verdreven, landmijnen en andere explosieven te ruimen.

Veel vluchtelingen willen naar huis terugkeren, maar kunnen dat niet doen omdat het gebied bezaaid ligt met allerlei soorten explosieven. Die moeten eerst worden opgeruimd om veilig te kunnen reizen.

Het is volgens Ploumen logisch dat iedereen weer terug naar huis wil. "Maar het is levensgevaarlijk. Daarom is het zaak het terrein daar snel mijnvrij te maken en tegelijkertijd de bevolking bewust te maken van de grote risico's."

Nederland stuurt zelf geen deskundigen naar Irak. De minister geeft het geld aan de Mines Advisory Group uit Groot-Brittannië en Handicap International uit België. Die hebben volgens haar alle deskundigheid en ervaring om landmijnen, bermbommen en niet-ontplofte projectielen te demonteren en de bevolking goed te informeren over alle gevaren.

600.000 vluchtelingen

Ongeveer 600.000 Iraakse vluchtelingen zijn van plan om naar huis terug te gaan. Overal liggen explosieven die nog niet zijn ontploft. De bewoners riskeren dus hun leven als er niets wordt gedaan.

De Nederlandse financiële steun blijft niet beperkt tot het ruimen van landmijnen. Ploumen geeft vijf miljoen euro aan het Rode Kruis om vluchtelingen in de regio van dekens, jerrycans en kookplaten te voorzien. Maar van dat bedrag worden ook medische zorg en bescherming van de vluchtelingen betaald.

Geldpot op

Met de nieuwe financiële steun is de bodem van de geldpot voor noodhulp in zicht. Het is daarom voorlopig de laatste Nederlandse financiële hulp aan de vluchtelingen in Noord-Irak, zegt Ploumen.