Rode Kruis: zo veel oorlogen nu

Ebola in West-Afrika. Geweld in Syrië, Oekraïne en Irak. En dan zijn er nog de problemen in Zuid-Sudan, Afghanistan en de Centraal Afrikaanse Republiek. Het Rode Kruis draait overuren om op allerlei plekken in de wereld hulp te bieden, zegt het hoofd internationale hulpverlening Juriaan Lahr in het AD.

De hulporganisatie zegt honderden miljoenen euro's tekort te komen, om al het werk naar behoren te kunnen doen. "Er zijn nu zo veel oorlogen. Het is ongekend. Ik heb dit in 10 jaar dat ik het werk doe, nog nooit meegemaakt", zegt Lahr in de krant.

Rampen en oorlogen

Door het geldtekort moet het Rode Kruis keuzes maken om toch iedereen van hulp te kunnen voorzien. In de praktijk betekent het dat mensen soms een maand met een voedselpakket moeten doen, dat eigenlijk bedoeld is voor een week.

Volgens Lahr is er wel genoeg geld ingezameld voor natuurrampen, maar mag dat niet ergens anders voor worden ingezet. "De praktijk leert dat het makkelijker is geld op te halen voor een acute natuurramp dan voor een langslepend conflict. Ik vind dat soms lastig, want voor mij is een slachtoffer in elk land hetzelfde: iemand die hulp nodig heeft."

Slachtoffers

Door de vele conflicten moet de organisatie vaak opereren in oorlogssituaties. "We hebben meer collega's verloren dan ooit. Alleen in Syrië zijn het er tot nu toe 45. Om met eigen eigen ogen te kunnen zien wat mensen het hardst nodig hebben, moeten we gebieden in waar wordt gevochten."

Lahr zegt dat dit alleen gebeurt als de strijdende partijen onze veiligheid kunnen garanderen. Maar toch blijkt dat in de praktijk niet altijd genoeg. "Toch kan het zijn dat een medewerker wordt getroffen. Dat heb je niet in de hand. Het enige waarop we invloed hebben, is duidelijk maken dat we er om humanitaire redenen zijn, en niet om politieke."