Hennis: geen sprake van doofpot

Minister Hennis ontkent dat ambtenaren informatie over de blootstelling van defensiepersoneel aan kankerverwekkend materiaal voor haar hebben achtergehouden. "Er is helemaal niet zoiets als een doofpot, of het bewust voor mij achterhouden", aldus Hennis na afloop van de ministerraad.

In juni attendeerde een medewerker haar op een artikel in de Limburger waar enkele ernstig zieke oud-werknemers een verband leggen tussen hun voormalige werk en hun gezondheid. Een aantal van hen heeft kanker of een auto-immuumziekte. Volgens hen zijn ze ziek geworden door het onbeschermd werken met de camouflageverf CARC. In die verf zit de giftige stof chroom-6.

Oorlogsmaterieel

Het gaat om werk in voormalige NAVO-depots waar oorlogsmaterieel werd opgeknapt. Er waren tussen 1984 en 2006 vijf van deze Amerikaanse depots in Nederland. Letselschade-experts willen het ministerie van Defensie aansprakelijk stellen en een schadevergoeding eisen.

Verleden

Kamerleden vragen zich af hoe het komt dat Hennis tot juni van dit jaar van deze gezondheidsproblemen niets afwist. Volgens Hennis is Defensie een grote organisatie met zo'n 60.000 werknemers in binnen- en buitenland. "Het kan altijd zijn dat er zaken zijn, waarvan men dacht dat die in het verleden goed waren afgerond en dat dat niet het geval is", aldus de minister. "Dan moet je er goed naar kijken".

Hennis heeft in juni een loket geopend en is een onderzoek gestart, dat in de herfst klaar zal zijn. Als uit dat onderzoek blijkt dat er een verband is tussen de vroegere werkzaamheden en de huidige gezondheidsklachten zal de minister "haar verantwoordelijkheid nemen". "Zo hoort het." Als er een relatie is tussen de klachten en het werk is Hennis bereid tot individuele schadevergoeding, zo schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.

Volgens haar duurt het onderzoek zo lang, omdat er ook een grootschalig historisch onderzoek wordt gedaan vanaf 1984 en gekeken wordt naar de huidige situatie. "Ik wil alle informatie boven tafel hebben."