NOS SportAangepast

Puts, de sprinter pur sang

Hij mocht mee naar de EK om ervaring op te doen, maar inmiddels is de jonge Jesse Puts bezig aan een indrukwekkend debuut op een groot zwemtoernooi. De 20-jarige Utrechter haalde niet alleen verrassend de finale van de 50 meter rugslag, hij deed dat ook nog eens met de vierde tijd van allemaal.

Het persoonlijk record van 25,07 had hem zo veel kracht gekost, dat hij gewoon misselijk uit het bad kwam. "Maar ik ben er ook 110 procent voor gegaan", verklaarde Puts, ontevreden als hij was geweest over zijn optreden in de series.

Zijn zwemcarrière kent een opmerkelijk verloop. Als klein kind was hij bang van water. Toch ging hij zwemmen. Sterker, de zwemsport greep hem. Hij groeide erin door, hoewel het niet allemaal hosanna was. Twee jaar geleden lonkten de EJK, maar die haalde hij uiteindelijk net niet. En afgelopen winter raakte hij overtraind. Of was het de ziekte van Pfeiffer die hem dwars zat?

Sprinter pur sang

Hoe dan ook, de EK langebaan voor senioren leken ver weg. De prestaties van de zwemmer van Zwemlust Den Hommel waren echter wel opgevallen. Hij kreeg het voordeel van de twijfel van Joop Alberda, de technisch directeur van de Nederlandse zwembond, en mocht alsnog zijn koffers pakken voor Berlijn.

Daar manifesteert Puts zich als een sprinter pur sang, een man van de 50 meter. Starten, één baantje doorhalen en finishen. "De rest is op dit moment nog te lang voor mij. Ik onderscheid mij ten opzichte van anderen door mijn explosiviteit. En dan kom je al snel op 50 meters uit."

Zijn specialiteit is de 50 meter rugslag, maar als het aan hem ligt, gaat hij de 50 meter vlinderslag en vrije slag aan zijn programma toevoegen. En misschien de 100 meter.

"Bijzonder interessant"

Om verder te komen gaat de Utrechter in het nieuwe seizoen trainen bij Martin Truijens in Amsterdam. "Het is een extreem explosieve jongen. Dat heb ik eigenlijk nog nooit gezien, zo explosief", kijkt zijn nieuwe coach al uit naar de komende samenwerking. "Er valt bij hem nog een hoop te winnen, in mijn ogen, maar dat hij nu al zo veel snelheid kan maken, is alleen maar mooi. Dat is bijzonder interessant."

Truijens weet wel waar dat sprintvermogen vandaan komt. "Dat is deels genetisch. Ze zeggen wel eens: sprinters worden geboren. En dat is in grote mate waar. En daarnaast is dat ook wat hij leuk vind, hij stopt daar zijn energie in. Dus het niet geheel toevallig dat hij goed uit de verf komt op de sprintnummers."

Maar zoals gezegd: er valt nog veel bij te schaven. "Puur het zwemmen, het water pakken en verplaatsen. Hij heeft een enorm hoge frequentie en dat is een kwaliteit. Maar het verschil met de zwemmers die nog harder gaan, zit 'm vooral in het technisch beter zwemmen."

Dilemma's

En dan kijkt Truijens vooral naar de borstcrawl, want op de 50 meter is de vrije slag het enige olympische nummer. "Als hij op de rugcrawl verder wil, moet hij ook een tweede baan gaan zwemmen. En dat kan hij ook wel, denk ik. Maar dat is wel een andere focus."

Dat zijn dilemma's voor de toekomst. Allereerst wacht de EK-finale van de 50 meter rugslag. Puts was naar het titeltoernooi gekomen met het idee "als ik hier goed presteer, is dat een mooie ervaring voor als het er echt om gaat." Zal hij zich realiseren dat dat laatste donderdagavond al het geval is?

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl