Excuses machinist trein Santiago
Door correspondent Jessica van Spengen
"Ik was de machinist van de trein die dag en ik zou het niet willen en niet proberen goed te praten." Het zijn de woorden van Francisco Garzón.
De inwoners van Santiago de Compostela rouwen deze dagen, een jaar na de ramp met Spaanse hogesnelheidstrein waarbij 79 mensen om het leven kwamen. Juist nu publiceert de regionale krant La Voz de Galicia een open brief van de machinist waarin hij zijn excuses aanbiedt aan de slachtoffers.
Francisco Garzón kon zelf vorig jaar nog uit de trein stappen. Hij was vaak te zien op beelden en in de kranten. Een man met een bebloed gezicht die strompelend en ondersteund door een politieagent wegliep van de trein, de plek van de ramp. "Het kan niet waar zijn", bleef hij maar herhalen.
Hij was de machinist van de trein die in die venijnige bocht uit de bocht vloog, net voordat de trein het station van Santiago de Compostela zou binnenrijden. Wat overbleef waren treinstellen op zijn kant, aan flarden gescheurd, als waren het kartonnen dozen.
Bellen, niet remmen
De machinist wordt verdacht van poging tot doodslag op 79 mensen. Er werd een menselijke fout gemaakt. Garzón werd naar eigen zeggen gebeld. Het was een collega, met een werkvraag, juist op het moment dat hij de remmen had moeten activeren. Maar het onderzoek gaat verder, want waarom greep er geen veiligheidssysteem in? Naast Garzón zijn daarom elf medewerkers van het Spaanse spoorwegbedrijf in staat van beschuldiging gesteld.
Na dagenlange verhoren en enige tijd vastgezeten te hebben dook Francisco Garzón onder. Via zijn advocaat liet hij weten kapot te zijn. Hij mag het land niet verlaten, maar zijn straf wel thuis afwachten. Dat doet hij teruggetrokken in de stad La Coruña in Galicië, waar hij zorgt voor zijn zieke moeder.
Het spijt me
Het is nu voor het eerst dat hij openlijk van zich laat horen. De regionale krant publiceerde zijn open brief waarin hij zijn excuses aanbiedt. Hij beschrijft hoe hij moeite heeft om de juiste woorden te vinden, zich afvraagt of ze wel voldoende zullen zijn of juist mogelijk meer schade zouden kunnen aanrichten.
"Ik weet niet of ik iemand van jullie met wat ik zeg enige verlichting kan brengen in jullie immense pijn." De machinist richt zich tot de nabestaanden maar ook tot de slachtoffers die in de trein zaten en die, zoals hij zelf zegt, vol vertrouwen hun reis aanvingen en die hij veilig thuis had moeten brengen.
"Sta mij toe mijn hart te openen", sluit hij af. De machinist biedt aan mensen te helpen als dat nodig is. Het zou hem ook helpen, zegt hij. "Al denk ik dat ik nu maar één ding kan zeggen. Het spijt me."