NOS NieuwsAangepast

Lichamen door 'identificatiestraat'

De slachtoffers van de vliegramp met vlucht MH17 moeten hun naam terugkrijgen. Dat is nu onze belangrijkste opdracht, zei politiechef Patricia Zorko op een persconferentie. Dan kunnen de lichamen aan de nabestaanden worden teruggegeven en kunnen de slachtoffers op een waardige manier naar hun laatste rustplaats worden gebracht.

Om dat te bereiken werkt een internationaal team aan de identificatie van de slachtoffers in de Korporaal Van Oudheusdenkazerne in Hilversum. Tachtig buitenlandse experts uit Australië, Duitsland, België, Groot-Brittannië, Maleisië, Indonesië en Nieuw-Zeeland werken samen met 120 Nederlandse deskundigen.

Zorko zegt dat het werk weken, misschien wel maanden kan duren, hoe vervelend dat ook is voor de nabestaanden. "Zorgvuldigheid is bij identificatie heel belangrijk en we kunnen het maar één keer goed doen. Ik verzeker u dat wij het waardig en respectvol aanpakken."

Tatoeages

Arie de Bruyn van het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO) legde op de persconferentie uit hoe de lichamen worden geïdentificeerd. Het LTFO bestaat uit deskundigen van politie, defensie, universitaire ziekenhuizen, forensische tandartsen en het NFI.

De kisten afkomstig uit Charkov worden geopend waarna de lichamen op een tafel worden gelegd en door een zogenoemde identificatiestraat gaan.

Eerst nemen onderzoekers vingerafdrukken af. Daarna volgt het beschrijven en fotograferen van het lichaam, zoals tatoeages en kleding. Dan wordt DNA afgenomen en als vierde wordt het gebit door een tandarts vastgelegd. De uitkomsten van die handelingen worden daarna nog een keer gecontroleerd.

CSI-complex

Het LTFO heeft afspraken met het NFI in Den Haag gemaakt hoe het DNA wordt aangeleverd en verwerkt. De organisaties hebben al samengewerkt bij eerdere rampen.

De resultaten worden vergeleken met informatie die door familierechercheurs in Nederland en andere landen is verzameld, zoals DNA van familieleden. "Zeker als het gaat om hele families die zijn weggerukt, kost het halen van DNA tijd", zegt De Bruyn.

Hij spreekt van het zogenoemde CSI-complex. "Daar hebben wij last van. Wij zijn echt niet in staat om binnen een kwartier of een half uur DNA te verzamelen en te matchen."

Officier van justitie

De resultaten van de onderzoekers worden vergeleken met de informatie van de familierechercheurs. Een panel van deskundigen uit alle getroffen landen beoordeelt of er vervolgens een positieve 'match' is. Als ze overtuigd zijn van een positieve identificatie, worden de resultaten voorgelegd aan een officier van justitie. Die beslist dan of het lichaam wordt vrijgegeven en overgedragen aan de nabestaanden.

De familierechercheurs vormen ook de schakel tussen nabestaanden en de overheid. Zo wordt voorkomen dat ze worden benaderd door vijf of zes verschillende overheidsinstanties. "Zo kan er rust komen voor mensen die in volledige vertwijfeling zijn", zegt De Bruyn.

Emoties

De specialisten in de kazerne krijgen ondersteuning, zegt De Bruyn. Hij zegt daarbij dat zij minder werken met verdriet dan de familierechercheurs. "De druk die op hun ligt, wordt onderschat, vind ik. Zij komen in aanraking met de emoties bij nabestaanden. De meer beschrijvende kant van de lichamen is minder verdrietig."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl