NOS NieuwsAangepast

"Eerst DNA-match, dan zekerheid"

"Momenteel worden de zakken opengemaakt en wordt gekeken wat erin zit, wie erin zit. Daarna begint simpelweg het invullen van de lijsten. Is het een man of een vrouw, hoe lang is hij of zij, haarkleur, sieraden, kleding."

Forensisch patholoog Frank van de Goot beschrijft de werkwijze van het team dat op een Hilversumse kazerne de slachtoffers van de vliegramp probeert te identificeren.

Welke problemen kom je tegen op zo'n eerste dag?

"De schade aan de lichamen. Op de eerste dag is een lichaam min of meer intact, goed foto-herkenbaar. Daar ben je vrij snel mee klaar. Dat is nu anders. Het kan daarnaast voorkomen dat in de eerste zak een lichaamsdeel zit dat je niet kwijt kan. Dat niet hoort bij degene die erbij ligt. Dan kan het dus zijn dat de rest van deze persoon pas in zak nummer driehonderd zit."

Er zit dus niet per se één persoon in een kist?

"Nee, er zit één zak in. De zakken zijn ook gecontroleerd. Het zal bij benadering misschien wel zo zijn dat er één persoon in zit, maar als je de berichten hoort over hoeveel lichaamsdelen er gevonden zijn, is dat natuurlijk beslist niet het geval."

Zijn de lichamen die nog niet gevonden zijn ook moeilijker te identificeren?

"Ja, met name de kleine delen die nog in het veld liggen, raak je met de tijd kwijt. Bij de grote lichaamsdelen maakt dat niet uit. Dan komt het aan op DNA en dat blijft lang aantoonbaar."

Kleine delen zoeken in een veld met zonnebloemen. Kunnen daar speurhonden bij gebruikt worden?

"Als er veel materiaal ligt en er zitten zoveel luchtjes aan alle omgevingen, dan betwijfel ik of er met speurhonden gezocht gaat worden. Dan gaat het handwerk worden. Waarbij we moeten accepteren dat in de loop van de tijd, hoe kleiner de delen zijn, deze verdwijnen."

Hoeveel mensen zijn er momenteel bij de identificatie betrokken?

"Er zijn vier identificatie-straten gemaakt. Een soort lopende band. Daar zijn wel vijftien, zestien man per straat mee bezig. Plus nog het commandocentrum. Momenteel werken er zestig, zeventig, tachtig man."

Hoe ziet zo'n identificatie-straat eruit?

"Het is in feite een rij met tenten, in dit geval ook met gebouwen erbij (de kazerne heeft verschillende gebouwen, red.). Aan een kant worden de lichamen binnengebracht. Elk team houdt zich bezig met een ander onderdeel. Het ene team doet de beschrijving van de kleding, en uiterlijke kenmerken. Het tweede team doet de vingerafdrukken, röntgenfoto's en gebitsopnames. Er is een team dat zich bezighoudt met DNA-afname en een ander team verzamelt en vergelijkt alle data. Als het eerste team klaar is, gaat het lichaam door naar team twee. Dan kan, na schoonmaken, de volgende al weer."

Gaat dit proces 24 uur per dag door?

"Dat is een groot woord, 24 uur, maar het gaat wel erg lang door. Er worden natuurlijk pauzes gehouden en er moet worden schoongemaakt, maar er is een roulatieschema."

Is dit voor alle experts een zeer heftige klus?

"Al dit soort klussen, om het maar zo te noemen, zijn buitengewoon indrukwekkend. Dit is hun werk. Maar voor diegenen die dat nodig hebben, is er psychologische begeleiding. In het algemeen merk je dat er een vooral gedrevenheid ontstaat. Een wens en een wil om het zo snel en zo goed mogelijk te doen. Dat voert de boventoon."

Denkt u dat vandaag de eerste families te horen krijgen dat hun dierbare geïdentificeerd is?

"Nee, dat zal nog even duren. Het is goed mogelijk dat er ondertussen al mensen bekend zijn, maar ik ben er bijna zeker van dat ze eerst wachten op de DNA-uitslagen om daarmee 100 procent zekerheid te krijgen. Niemand kan en wil zich permitteren om meteen al in de beginfase een fout te maken."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl