NOS SportAangepast

Jeugd weet de honken niet te vinden

Het Nederlandse honkbal boekte de afgelopen jaren de nodige sportieve successen, waaronder de wereldtitel van 2011. Toch telt Nederland maar zo'n 25.000 honk- en softballers. Dat zijn er aanzienlijk minder dan het aantal golfers, badmintonners, roeiers of handballers. Hoe komt dat?

"Het is natuurlijk niet zo dat als je een keertje wereldkampioen wordt, dat je bond dan overstelpt wordt met allemaal kinderen die lid willen worden", stelt Robert Eenhoorn, technisch directeur van de KNBSB, tijdens de Haarlemse Honkbalweek. Zorgen maakt hij zich overigens niet, want "honkbal is een van de leukste sporten om te spelen."

Volgens Eenhoorn is er winst te behalen bij de organisatie van de clubs: "Je hebt goede clubs nodig die ervoor zorgen dat het leuk en prettig is binnen een club. Dat alles goed georganiseerd is, dat trainingen doorgaan, dat er iets te drinken is, dat je met de tijdsgeest meegaat. Dat zijn allemaal punten die niet overal geregeld zijn. En dan heb je nog wel eens een verloop."

Kwaliteit vs kwantiteit

Volgens bondscoach Steve Janssen is het niet de kwantiteit, maar de kwaliteit die telt. "Als je de kwaliteit en de prestaties van de top beter maakt, dan gaat dat ook onderaan meer interesse wekken om naar de sport toe te komen."

Een van de maatregelen van de honkbalbond om jeugd aan te trekken, was de introductie drie jaar geleden van 'Bee-Ball', een junior-variant op honkbal met een kleiner veld, minder spelers, drie honken en meer slagbeurten. Volgens directeur Hans Meijer van de honkbalbond heeft het nieuwe spelletje wel effect gehad. "Hadden we drie jaar geleden nog 700 jeugdspelers onder de negen jaar, inmiddels zijn dat er 2.500. Dus het slaat wel aan."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl