Dutchbat-veteranen willen openheid

"Wij willen antwoord op de vraag of Nederland de baas was op de compound in Srebrenica. Wij waren op een VN-missie en stonden onder bescherming van de VN. Maar als de politiek zegt dat Nederland de baas was, dan zal ik de eerste zijn die sorry zegt."

Boudewijn Kok was als Dutchbatter gelegerd in Srebrenica toen de moslimenclave viel in juli 1995. Gisteren oordeelde de rechtbank in Den Haag dat de Nederlandse Staat aansprakelijk is voor de deportatie van 300 moslimmannen uit de compound van Dutchbat.

Niet overleefd

"Wat ons vooral stoort, is het zinnetje van de rechter dat als Dutchbat goed gehandeld had, dat die mannen nu niet dood zouden zijn. Maar we wisten toen niet wat we nu weten", zegt Kok tegen de NOS.

"De Serviërs lieten zich niet tegenhouden. De enclave was al gevallen. Denk je dat wij, met 300 militairen, hen konden tegenhouden om niet die laatste kilometer in te nemen? Als wij dat hadden geprobeerd dan hadden wij, maar ook de moslimmannen, de vluchtelingen en de vrouwen met hun kinderen, het waarschijnlijk niet overleefd."

Demonstratie

De oud-Dutchbatter gaat uitzoeken hoe hij een antwoord kan vinden op de vraag wie de leiding had op de compound. "Wij willen proberen openheid van zaken te krijgen van de Nederlandse politiek. We kijken of we die openheid kunnen afdwingen middels een advocaat of dat we een demonstratie moeten gaan organiseren."

"Gisteren was een hectische dag", blikt Kok terug op de uitspraak van de rechtbank. "Mijn collega's en ik zijn boos en verdrietig. We willen geen confrontatie tussen Dutchbat en de Bosniërs, we willen geen verwijten over en weer. Wij willen alleen maar weten hoe het zit."